Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Tangkawang

betekenis & definitie

Tangkawang, eigenlijk in het Maleisch mienjak tangkawang, is de naam van een plantaardig vet, hetwelk in Bornéo door koking verkregen wordt uit de vrucht van onderscheidene boomen uit het geslacht Hopea, behoorende tot de familie der Dipterocarpeën. Van die boomen zijn acht soorten bekend, terwijl er waarschijnlijk in het grootendeels nog onbekende Bornéo nog meer gevonden worden, en van gemeld vet werd het eerst melding gemaakt door Crawfurd in 1820 in zijn: „Indian Archipelago”. Daar echter die boomen in Britsch Indië niet groeijen, beijverden zich de Engelschen, dat vet in Bornéo te komen halen, dewijl de behoefte daaraan voor stoomwerktuigen in Engeland van jaar tot jaar toenam.

De Nederlanders bleven intusschen onbekend met dat belangrijk artikel, en eerst in 1859, toen de hoogleeraar de Vriese, afgevaardigd naar onze Oost-Indische bezittingen, om aldaar nasporingen te doen naar handelswaren, geschikt voor de Nederlandsche markt, in magazijnen te Singapore dat vet in duizende bamboezen zag opgestapeld, vernam hij met verbazing, dat het een product was van onze eigene kolonie Bornéo. Daarop bleek uit een schrijven van den resident van Bornéo, dat in 1856 niet minder dan 651568 Ned. pond van daar was uitgevoerd, en volgens een later berigt bedroeg de uitvoer in 1858—1859 alleen uit Pontianak 613585 Ned. pond. Wél is het zonderling, dat zulk een belangrijk artikel aan de aandacht van den Nederlandschen handel is ontsnapt, — en niet minder zonderling, dat in 1879 — dus 20 jaar nadat de hoogleeraar de Vriese er op gewezen heeft — door de Maatschappij van Nijverheid eene gouden medaille wordt uitgeloofd voor den Nederlandschen handelaar, die in 1880, 1881 en 1882 telkens 1000 Ned. pond mienjak tangkawang invoert en ter markt brengt in Nederland.

< >