Sybel (Heinrich von), een zeer verdienstelijk geschiedschrijver, geboren te Düsseldorf den 2den December 1817, studeerde te Berlijn, op aansporing van Ranke, vooral in de geschiedenis, vestigde zich in 1839 als privaatdocent in de geschiedenis te Bonn, werd er in 1842 hoogleeraar en aanvaardde in 1845 eene dergelijke betrekking te Marburg. In 1848—1849 was hij lid der Vertegenwoordiging in Hessen, in 1850 te Erfurt, werd in 1856 professor te München, in 1857 lid van de Académie aldaar en in 1858 secretaris der Historische commissie. In 1861 vertrok hij als professor naar Bonn, was in 1862—1864 lid van den Pruissischen Landdag, waar hij de politiek van von Bismarck met betrekking tot Polen bestreed, werd in 1867 lid van den Constituérenden Rijksdag van den Noord-Duitschen Bond, in 1874 weder lid van het Huis van Afgevaardigden, waar hij met kracht tegen de Ultramontanen te velde trok, in 1875 directeur van het Staats-archief te Berlijn en in 1878 geheim opper-regéringsraad.
Hij leverde: eene uitstekende „Geschichte des ersten Kreuzzugs (1841)”, — voorts: „Die Entstehung des deutschen Königthums (1844)”, — „Geschichte der Revolutionszeit von 1789—1795 (1853— 1858, 3 dln; 4de druk, 1877)”, —„Geschichte der Revolutionszeit von 1795—1800 (1872— 1874, dl 1 en 2)”, — „Die deutsche Nation und das Kaiserreich (1862)”, — en „Kleine historische Schriften (1863—1870, 2 dln)”. In 1856 stichtte hij het later steeds door hem geredigeerde „Historische Zeitschrift”. Hij onderscheidt zich door eene grondige behandeling en een boeijenden stijl.