Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Soerakarta

betekenis & definitie

Soerakarta, eene residentie op Java, grenst in het zuiden aan de Indische Zee, in het westen aan Djokjokarta, in het noordwesten en noorden aan de Samarang, in het oosten aan Madioen en in het zuidoosten aan Patjitan, en heeft eene oppervlakte van bijna 113 □ geogr. mijl.

Zij is verdeeld in 2 afdeelingen, Padjang en Soeka-Wati, telt ruim 728000 inwoners en vormt met Djokjokarta de Vorstenlanden, welke door den Keizer of Soesoehoenan van Soerakarta en den Sultan van Djokjokarta worden bestuurd. Van wege het gouvernement bevindt zich te Soerakarta een resident, bijgestaan door een assistentresident, belast met de policie, door een kommies, een tolk, een hoofdregter, een residentieraad, enz. De Keizer is leenman van het Nederlandsche gouvernement en hoofd der inlandsche bevolking. De regéringsvorm is er die der onbeperkte monarchie (despotismus), maar de magt van den Vorst is er begrensd door de bemoeijingen van het Nederlandsehe gouvernement, zoodat verminkende straffen zijn afgeschaft en een door hem uitgesproken doodvonnis niet volvoerd kan worden zonder bekrachtiging van den gouverneur-generaal. Hij wordt bijgestaan door een Pangeran Adipati of Rijksbestuurder, onder goedkeuring van het Nederlandsch gouvernement benoemd; deze is tevens kolonel-kommandant van een legioen, dat door het gouvernement bezoldigd wordt. Deze residentie vormt eene door bergen ingesloten kom. De voornaamste toppen zijn er de Lawoe (3500 Ned. el hoog; op de grenzen van Madioen, de Merbaboe (bijna even zoo hoog) op de grenzen van Samarang, en de Merapi, slechts weinig lager, gedeeltelijk tot Kadoe behoorend. Het klimaat is er in het algemeen gezond.

Nabij den Lawoe heeft men minerale bronnen en slijkbronnen, elders zoute bronnen en ook eenige kleine meren. De voornaamste en tevens éénige bevaarbare rivier is er de Solo-rivier met hare talrijke zijrivieren, welke uitstekende diensten bewijzen tot besproeijing der rijstvelden. Men heeft er veel timmerhout, en tot de voornaamste uitvoerartikelen behooren er: rijst, koffij, suiker, indigo, maïs, tabak, thee, vruchten, zadels, tuigen en gebatikte kleedjes, terwijl er linnen, laken, meubels, glas, porselein, ijzer, staal, goud, zilver, was, gambir, specerijen, paarden, runderen, gedroogde visch en sterke dranken worden ingevoerd. De Javanen der Vorstenlanden zijn hoogmoedig en minder onderworpen dan die der overige residentiën. — De hoofdplaats Soerakarta, doorgaans Solo genoemd, ligt aan het vereenigingspunt der Solo- en der Pépé-rivier in eene vlakte tusschen de bergen Merapi en Lawoe. Door de kraton van den Soesoehoenan is er het AloenAloenplein in twee gedeelten gescheiden en op elk gedeelte heeft men twee heilige waringie-boomen, als teekenen van vorstelijke magt.

De kraton heeft een aanmerkelijken omvang en onderscheidene vertrekken. Ten noordoosten van het Aloen-Aloenplein verrijst de Europésche stad. De voornaamste gebouwen zijn er: het residentiehuis, de woning van den Rijksbestuurder en de Protestantsche Kerk. Voorts heeft men er eene gouvernements lagere school, de kazerne der Keizerlijke lijfwacht, een schouwburg, eene sociëteit, eene kweek­school van onderwijzers, eene moskee, en in in het midden der stad het groote fort Vastenburg, door eene breede gracht omgeven en met dertig kanonnen gewapend. Er zijn omstreeks 150000 inwoners.

< >