Schulz

betekenis & definitie

Schulz (Albert), onder den pseudoniem San Marte een ijverig beoefenaar der middeneeuwsche letterkunde, werd geboren te Schwedt den 8sten Mei 1802 en is sedert 1843 werkzaam als regéringsraad in het provinciaal collegie van onderwijs te Magdeburg. Hij heeft zich vooral verdienstelijk gemaakt door zijne nasporingen omtrent den Sagenkring van Arthur en de Tafelronde, alsmede op het gebied der Celtische, OudFransche en MiddenHoogduitsche literatuur. Van zijne geschriften noemen wij: „Leben und Dichtungen Wolframs von Eschenbach (1836—1841, 2 dln; 2de druk 1858)”, — „Die Arthursage und die Märchen des Rothen Buches von Hergest (1842)”, — „Nennius und Gildas (1844)”, — „Beiträge zur bretonischen und keltisch-germanischen Heldensage (1847)”, — „Die Sagen von Merlin (1852)”, — „Walther von Aquitanien (1853)”, — „Gottfrieds von Monmouth Historia regum Britanniae (1854)”, — „Parcivalstudien (1860— 1862 ; 3 stukken)”, — „Reimregister zu den Werken Wolframs von Eschenbach (1867)’’, — „Zur Waffenkunde des altern deutschen Mittelalters (1867)”, — „Ueber Wolframs von Eschenbach Rittergedicht Wilhelm von Orange (1871)”, — „Rückblicke auf Dichtungen und Sagen des deutschen Mittelalters (1872)”, — „Die polnische Königssage (1848)”, — „Polens Vorzeit in Dichtung und Wahrheit (1859)”, — en eene bewerking der „Geschichte der welschen Litteratur (1864)” van Stephens.