Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Schisma

betekenis & definitie

Schisma beteekent scheuring, vooral op kerkelijk gebied. Een schisma komt meermalen voor in de geschiedenis der R. Katholieke Kerk bij het verkiezen van meer dan één paus, zoodat de eenheid der Kerk verbroken wordt, bijv. in de jaren 1378—1417. De aanhangers van eene door het schisma ontstane partij bestempelt men met den naam van schismatieken of scheurmakers.

< >