Schäfer

betekenis & definitie

Schäfer (Johann Wilhelm), een verdienstelijk letterkundige, geboren den 17den September 1809 te Seehausen bij Bremen, studeerde sedert 1827 in de letteren te Leipzig, werd in 1831 onderwijzer aan de hoogeschool in zijne geboorteplaats en in 1867 professor aldaar. hij schreef: „Grundrisz der Geschichte der deutschen Literatur (11de druk 1870)”, — „Handbuch der Geschichte der deutschen Literatur (2de druk 1855)”, — „Goethe’s Leben (3de druk 1877, 2 dln)”, — „Die Geschichte der deutschen Literatur des 18 Jahrhunderts (1855—1860, 3 dln)”, — „Schiller. Eine biographische Schilderung (1853)”, — „Zur deutschen Literaturgeschichte (1860; 2de druk 1873)”, — „Literaturbilder (1861, 2 dln)”, — en den dichtbundel: „Liebe und Leben (2de druk 1859)”. — Zijn broeder Arnold, geboren te Seehausen den 16den October 1819, is hoogleeraar te Bonn en schreef o.a.: „Demosthenes und seine Zeit (1856—1858 , 3 dln)”, — „Abrisz der Quellenkunde der griechischen Geschichte bis auf Polybios (2de druk 1873)”, — „Die Hansa und die norddeutsche Marine (1869)”, — en „Geschichte des Siebenjährigen Kriegs (1867—1874, 2 dln)”.