Sainte-Beuve (Charles Augustin), een verdienstelijk Fransch schrijver en vermaard criticus, die op het gebied der letterkundige „essays” in Frankrijk de eerste plaats bekleedt, werd geboren te Boulogne sur Mer den 23sten December 1804, ontving zijne opleiding aan het Collège Charlemagne te Parijs, studeerde in de geneeskunde en hield zich reeds als student met letterkundigen arbeid bezig, bij welke hij zich eerlang uitsluitend bepaalde. Hij was een ijverig voorstander der romantiek, zooals blijkt uit zijn roman: „Josèphe Delorme (1829)”, — uit den dichtbundel: „Consolations (1830; 2de druk 1863)”, — en uit zijn „Tableau historique et critique de la poésie Française du XVI siècle (1828)”, vervolgens uitgebreid tot 2 deelen met gewijzigden titel (1840; 2de druk 1876). Later evenwel heeft hij de romantische school verlaten. In 1860 werd hij conservator der Bibliothéque-Mazarin en in 1845 lid der Académie.
Toen Napoleon lil zich van den keizerlijken zetel had meester gemaakt, vond hij in Sainte-Beuve een ijverig medewerker aan den „Moniteur”. Sainte-Beuve werd professor in de Latijnsche poëzij aan het Collège de France, maar de Republikeinschgezinde studenten maakten het hem onmogelijk, collegie te geven. Nu zag hij zich korten tijd geplaatst aan de Ecole normale, en in 1865 benoemde de Keizer hem tot senator. Hij overleed den 13den October 1869. Zijne uitstekende opstellen zijn meestal verschenen in dagbladen, namelijk als feuilleton in den „Constitutionnel”, den „Moniteur” en den „Temps”, en in tijdschriften, zooals: de „Revue de Paris” en de „Revue des deux Mondes”, doch werden ook afzonderlijk uitgegeven als: „Causeries de lundi (1851—1861, 5 dln)” en „Nouveaux lundis (1863—1869, 11 dln)”.
Daaraan zijn de „Galérie des femmes célébrés (1858 en 1854)" en de „Portraits littéraires” meerendeels ontleend. Tot dergelijke verzameling behooren ook : de „Portraits contemporains (1847, 3 dln; 3de druk 1869, 2 dln)” en de „Portraits des femmes (1844; 2de druk 1855)”. Zijn roman: „Volupté (1835; 9de druk 1877)” vindt nog altijd vele lezers. Voorts schreef hij: „Histoire du Port Royal (1840— 1848, 3 dln; 2de druk 1860, 5 dln)”, — „Chateaubriand et son groupe littéraire (1860, 2 dln ; 3de druk 1873)”, — „Etudes sur Grimm (1854)”, — „Le général Jomini (1869)”, — „Talleyrand (1870)”, — „Madame Desbordes Valmore, sa vie, sa correspondance etc. (1870)”, — „Proudhon, sa vie et sa correspondance (1870)”, — en „Etudes sur Virgile et Quinte de Smyrne (1857; 2de druk 1870)”.