Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Roszbach

betekenis & definitie

Roszbach, een klein dorp in het Pruissische regéringsdistrict Merseburg, is merkwaardig wegens de zegepraal, door Frederik de Groote aldaar den 5den November 1757 behaald op de Franschen en het Rijksleger. Hij had zijne hoofdmagt moeten achterlaten in Silézië onder bevel van den hertog van Bevern, om aldaar de Oostenrijksche armee in het oog te houden en kon slechts beschikken over 22000 man en 72 stukken geschut, terwijl de vijand 43000 man met 109 stukken telde. Niettemin deed Frederik II op den 4den November zijn leger oprukken, om de positie van zijne vijanden te verkennen. Daar hij echter wegens de gesteldheid van het terrein een aanval ongeraden achtte, betrok hij eene positie tusschen Roszbach en Bedra.

Door dit terugwijken aangemoedigd, besloten de vijanden slag te leveren; zij zouden daarbij rondom de linker flank van het Pruissische leger trekken en die van de zijde van Reichartswerben aanvallen. Om deze beweging te masquéren, bezette in den ochtend van den 5den graaf Saint-Germain met eene divisie de hoogte van Schartau en begon het Pruissische leger te beschieten. Eerst te 11 ure rukte het eigenlijke leger voorwaarts naar Pettstadt. In de voorhoede bevond zich de ruiterij der Rijntroepen en der Franschen, — daarop volgde het Fransche voetvolk, en daarna iets verder naar de regter zijde de Rijks-infanterie. Frederik II kon het aanvankelijk niet gelooven, dat de vijand om zijn linker vleugel wilde heentrekken en dezen den aftogt naar de Saaie afsnijden. Eerst op den middag gaf hij bevel, de tenten af te breken, belastte zich met het bevel over het voetvolk en vertrouwde het kommando over de ruiterij toe aan Seydlitz. Des namiddags te 272 uur was het leger reeds op weg naar den linker vleugel; vooraan bevond zich de ruiterij, daarna kwam het voetvolk en ter regter zijde van dit laatste het geschut. Deze geheele beweging echter werd door eene heuvelreeks voor het oog van den vijand verborgen.

De vijandelijke ruiterij, het voetvolk vooruitsnellend en meenende, dat zij zich reeds achter het leger des Konings bevond, trok, toen de kolomes Reichartswerben bereikten, aldaar met spoed voorbij en zette haren togt voort naar de linker zijde, om de Pruissen, die naar men meende terugtrokken, het ontsnappen te beletten. Doch te 3½ uur plantte Frederik het geschut op een heuvel (den Janusheuvel) en opende het vuur, terwijl Seydlitz met al zijne ruiterij een aanval deed op de regter flank der vijanden, die na een korten tegenstand achter Reichartswerben op de vlugt geworpen werden. Inmiddels had de Fransche infanterie zich onder het vuur van het Pruissische geschut in bataljons zoeken te scharen en de artillerie tevens moeite gedaan om eene positie in te nemen; doch vóórdat het zoo ver gekomen was, overschreed de Pruissische infanterie de heuvelketen, belaagde met 7 bataljons onder prins Reinrich de regter flank der Franschen en joeg door een snel geweervuur, gesteund door het kartetsenvuur der stukken, het Fransche voetvolk op de vlugt. De Rijkstroepen konden niet eens aan het schieten toekomen. Nu joeg Seydlitz los met zijne eskadrons op den verwarden hoop der vlugtelingen, verstrooide ze en maakte velen krijgsgevangen.

Graaf Saint-Germain was gedurende den slag werkeloos gebleven op de hoogte van Schartau, en zijn korps, alsmede dat van Laudon, trok terug naar Freiburg. Des avonds te 6 ure was de vijandelijke ruiterij reeds over de Unstrut getrokken, maar het voetvolk hield er zich den geheelen nacht mede bezig, en de armee verstrooide zich naar alle zijden. De Pruissen verloren aan gesneuvelden 3 officieren en 162 man, terwijl het aantal hunner gewonden 376 bedroeg, maar het verlies der vijanden beliep 1700 dooden, ruim 2000 gewonden en 5000 gevangenen, onder welke zich 8 generaals en 300 officieren bevonden. In handen van den overwinnaar vielen 72 stukken geschut, 7 vaandels en 15 standaarden.

< >