Rochow (Gustav Adolf Rochus von), een Duitsch staatsman en de telg van een adellijk geslacht, werd geboren den lsten October 1792 te Neuhausen bij Rathenau, studeerde te Heidelberg en Göttingen in de regten, nam deel aan den vrijheids-oorlog, wijdde zich in 1815 aan het beheer zijner goederen en werd in 1822 naar Berlijn geroepen, om mede te werken tot de zamenstelling eener wet op het provinciaal bestuur. In 1833 werd hij lid van de commissie tot regeling der staatsschulden, zag zich daarna geplaatst bij het departement van Binnenlandsche Zaken, werd in 1866 geheim opperregéringsraad en in 1831 chef en voorzitter van den regéringsraad van Merseburg. In 1834 zag hij zich benoemd tot minister van Binnenlandsche Zaken en van Policie.
Wegens ongesteldheid legde hij in 1842 de portefeuille neder, maar bleef lid van het ministérie en van den staatsraad, en overleed te Aken den llden September 1847. Hij volgde eene zeer conservatieve rigting en het bekende woord: „beperkt onderdanen verstand” is van hem afkomstig.
