Rochholz

betekenis & definitie

Rochholz (Ernst Ludwig), een verdienstelijk schrijver over oude volkssagen, werd geboren te Ansbach in 1809, studeerde te München in de regten en begaf zich vervolgens om staatkundige redenen naar Zwitserland, waar hij sedert 1836 aan de cantonnale school te Aarau als professor werkzaam was, totdat hij eenige jaren geleden op pensioen werd gesteld, terwijl hij nog steeds de betrekking waarneemt van conservator van het muséum van oudheden aldaar. Sedert 1860 is hij redacteur van „Argovia”, het jaarboek van het Historisch Genootschap in het canton Aarau. Van zijne werken vermelden wij: „Eidgenössische Liederchronik (1835)”, — „Der neue Freidank. Geschichte der deutschen Literatur in poesie und prosa (1838)”, — „Tragemunt (1850)”, — „Schweizersagen aus dem Aargau (1856, 2 dln)”, — „Naturmythen; neue Schweizersagen (1862)”, — „Allemannisches Kinderlied und Kinderspiel (1857)”, — „Deutscher Glaube und Brauch im Spiegel der heidnischen Vorzeit (1867, 2 dln)”, — „Liederfibel (3de druk 1872)” — „Drei Gaugöttinnen: Walburg, Verena und Gertrud, ala Deutsche Kirchenheilige (1870)”, — „Die Schweizerlegende von Bruder Klaus von Flüe (1874)”, — „Aargauer Weisthümer (1876)”, „Teil und Geszier in Sage und Geschichte (1876, 2 dln)”, —en „Die Aargauer Geszler in Urkunden (1877)”.