Ramberg. Onder dezen naam vermelden wij:
Johann Heinrich Ramberg, een historie- en genreschilder, geboren te Hannover in 1763. Hij oefende zich aan de schilder académie te Londen, vooral onder de leiding van Reynolds, bezocht in 1783 Italië, was vervolgens te Hannover werkzaam, en overleed aldaar als hofschilder den 9den Julij 1840. Hij leverde uitmuntende teekeningen, bijv. voor den „Reineke Fuchs”, — den „Eulenspiegel”, —en de prachtuitgave der werken van Wieland. Ook schilderde hij het schouwburggordijn te Hamburg.
Arthur Georg, vrijheer von Ramberg, desgelijks een verdienstelijk schilder. Hij werd geboren te Weenen den 4den September 1819, was de zoon van een luitenant-veldmaarschalk, oefende zich aanvankelijk te Hannover in de schilderkunst en bragt de jaren zijner jeugd bij afwisseling door in Italië, Hongarije en Stiermarken. In 1840 bezocht hij de universiteit te Praag en in 1842 de schilder-académie te Dresden, waar hij „De dwergenbruiloft” en „Keizer Hendrik I, strijdende tegen de Hongaren” op het doek bragt. Wegens een tweegevecht met Uffo Horn werd hij tot eene halfjarige vestingstraf veroordeeld. In 1850 vertrok hij naar München, waar hij eene reeks van genrestukken schilderde, en in 1860 werd hij te Weimar, in 1866 te München tot professor benoemd. Hier schilderde hij tafereelen uit den „Hermann und Dorothea” van Göthe en uit de „Luise” van Vosz, welke grooten bijval vonden. Hij overleed te München den 5den Februarij 1875.
