Pölitz

betekenis & definitie

Pölitz (Karl Heinrich Ludwig), een Duitsch schrijver, geboren den 1den Augustus 1772 te Emstthal in het land van Schönburg, studeerde te Leipzig in de wijsbegeerte, geschiedenis en godgeleerdheid, vestigde zich aldaar als privaatdocent, en werd in 1795 hoogleeraar in de zedekunde en geschiedenis aan de Keurvorstelijke kadettenschool te Dresden, — voorts in 1803 hoogleeraar in het natuur- en volkerenregt aan de universiteit te Wittenberg, waar hij zich in 1808 benoemd zag tot gewoon hoogleeraar in de geschiedenis en tot directeur van het académisch seminarium. In 1815 keerde hij als hoogleeraar in de Saksische geschiedenis en statistiek naar Leipzig terug en werd er in 1820 ook professor in de politiek en staatswetenschappen. Hij overleed den 27sten Februarij 1838, zijne boekerij, die omstreeks 30000 deelen telde, aan de stad Leipzig nalatende. Van zijne geschriften vermelden wij: „Handbuch der Weltgeschichte (1805, 3 dln; 7de druk, 1851—1853)”,—„Geschichte des Königreichs Sachsen (1851)”, — „Die Regierung Friedrich Augusts, Königs von Sachsen (1830, 2 dln)”, — „Die Staatswissenschaften im Licht unserer Zeit (nieuwe uitgave, 1827—1828, 5 dln)”, — „Die Europäischen Verfassungen seit 1789 (1817—1825, 4 dln; 2de druk, 1832—1833, met een 4de deel van Bülau, 1847)”, — „Geschichte, Statistik und Erdbeschreibung des Königreichs Sachsen und des Herzogthums Warschau (1808—1810, 3 dln)”, — „Vermischte Schriften aus den Kreisen der Geschichte, der Staatskunst u. s. w. (1831, 2 dln)”, — en „Staatswissenschaftliche Vorlesungen (1831—1833, 3 dln)”.