Physostigma Balf. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Vlinderbloemigen, met slechts ééne soort P. venenosum Balf., eene overblijvende slingerplant, welke veel overeenkomst heeft met onze pronkboon, maar een houtigen stengel bezit, die wel eens 15 Ned. el lang wordt. De bladeren zijn 3-tallig gevind en de okselstandige, hangende bloemtrossen dragen groote, purperroode bloemen, wier stempel van een halvemaan- en blaasvormig aanhangsel is voorzien. De peulen zijn 18 Ned. duim lang en bevatten 2 of 3 chocoladebruine zaden, die 2½—4 Ned. duim lang, niervormig en door eene met verhevene randen omzoomde groef omgeven zijn. Deze plant groeit aan de Golf van Guinea tusschen 4 en 8° N. B. en 6—12° O. L. van Greenwich en is ook overgebragt naar Brazilië en naar Indië.
De inboorlingen bezigen de zeer vergiftige boonen tot eene soort van gods-oordeel; zij doen ze innemen door hen, die van tooverij zijn aangeklaagd, en het al of niet braken beslist over het niet-schuldig of schuldig. Het vergiftig bestanddeel dezer boonen is de physostigmine (C15H21N302), eene zelfstandigheid zonder kleur, geur of smaak, smeltend bij 45° G. en zich ontledend bij 100 C. Zij verlamt de bewegingszenuwen en veroorzaakt eene aanmerkelijke zamentrekking der pupil. Een extract uit de boonen wordt gebruikt om die zamentrekking te bevorderen, wanneer men de pupil bij het onderzoeken der oogen door indroppelen van atropine heeft verwijd, alsmede tot geneesmiddel bij eene overmatige verwijding der pupil.