Pharsalus, thans Fersala geheeten, eene stad in Thessalië, ten zuiden van Larissa, aan de rivier Enipeus, is merkwaardig wegens de overwinning, door de Romeinen aldaar behaald op Philippus van Macedonië en vooral wegens den veldslag, die er den 9den Augustus 48 vóór Chr. geleverd werd tusschen Caesar en Pompejus. De krijgsmagt van laatstgenoemde telde 45000 voetknechten, 7000 ruiters en een groot aantal ligte hulptroepen, — die van Caesar 22000 voetknechten en 1000 Germaansche en Gallische ruiters. Beide legers waren in 3 linien opgesteld, terwijl Pompejus den linker en Caesar den regter vleugel aan voerde. De oorlogskreet van Caesar was: „De zegevierende Venus” en die van Pompejus: „De onverwonnen Hérculés”.
De troepen van Caesar openden den aanval; deze gelukte door den heldenmoed van Crastinius, centurio van het Tiende Legioen, en Pompejus leed de nederlaag. Caesar verloor 30 centuriones en 200 (volgens anderen 1200) soldaten, en Pompejus 6000 man, terwijl er 24000 werden gevangen genomen. Lucanus heeft dien strijd in het heldendicht: „Pharsalia” beschreven.