Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Palaeologen

betekenis & definitie

Palaeologen is de naam der Vorsten van de laatste dynastie, welke heerschappij voerde over het Byzantijnsche Rijk (zie aldaar). De stichter van dit vorstenhuis was Michaël Paleólogus, die in 1259 na den val van keizer Theodoor II Lascaris te Nicaea den troon beklom en in 1261 na de vernietiging van het Latijnsche keizerschap ook te Constantinopel het gezag in handen kreeg, en de laatste Keizer van dit Huis, Constantinus XII, werd in 1543 bij de verovering van de hoofdstad door de Turken gedood. Door den uitersten wil van markgraaf Johan van Montferrat, die in 1305 kinderloos overleed, was diens zuster Jolanthe (bij de Grieken Irene), de gemalin van keizer Andronicus I, met hare zonen tot erfgename benoemd van het graafschap Montferrat, zoodat vervolgens een tak der Palaeologen aldaar heerschappij voerde. Theodoor Comnenus, tweede zoon van Jolanthe, was de eerste der markgraven van Montferrat uit dat geslacht, hetwelk er in 1533 uitstierf met Johan Georg Sebastiaan.

Een derde tak der Palaeologen voerde heerschappij in Morea van 1380 tot 1460. Na de verovering van den Peloponnesus door de Turken namen de Palaeologen de vlugt naar Italië, en een neef van Constantijn XII, namelijk Andréas Palaeólogus, stond aan Karel VIII van Frankrijk zijne regten af op het Byzantijnsche rijk. In Frankrijk en elders bevinden zich thans nog nakomelingen van het geslacht der Palaeologen.

< >