Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Ouwels

betekenis & definitie

Ouwels zijn dunne schijfjes van gebakken meel, welke gebruikt worden tot het verzegelen van brieven. Zij worden vooral te Nürnberg en Fürth in groote menigte vervaardigd. Met de gekleurde ouwels moet men voorzigtig wezen, daar zij wel eens vergiftige verfstoffen bevatten. — In de R. Katholieke en Luthersche Kerk geeft men aan het geheiligd avondmaalsbrood den naam van ouwels. De naam oblaten, waarmede zij genoemd worden, is afkomstig van het Latijnsche woord oblatio (gave), omdat het in de oudste Christelijke Kerk de gewoonte was, dat de meer gegoeden den wijn en het brood, als gaven voor de minvermogenden, bij de avondmaalsviering medebragten.

Aanvankelijk bezigde men tot het bereiden dezer ouwels gewoon gezuurd deeg, doch sedert de 8ste eeuw kwam het gebruik van ongezuurd deeg in zwang. — Voorts gaf men in de kloosters den naam van oblaten aan leekebroeders en leekezusters, aan kinderen, die van hunne jeugd af voor het kloosterleven werden bestemd, en aan wereldlijke lieden, die hun vermogen aan het klooster vermaakten en daarvoor vergunning erlangden om het kleed der Orde te dragen. — Eindelijk bestaat er eene afzonderlijke Orde van Oblaten, door Charles Joseph Eugène de Mazenod, bisschop van Marseille, gesticht en den 17den Februarij 1826 door Leo XII bevestigd. Zij wijdde zich aanvankelijk aan de zorg voor de jeugd, voor de armen en voor hen, die in hospitalen en gevangenissen opgenomen waren, doch sedert 1849 ook aan de zending onder de Heidenen. Pius IX noemde hare zendelingen „Missionarii oblati beatissimae Virginis Mariae” en verleende hun onderscheidene voorregten.

< >