Onder dezen naam vermelden wij 2 vermaarde schilders, te weten:
Adriaan van Ostade, geboren te Lübeck in 1610. Hij genoot te gelijk met Adriaan Brouwer het onderrigt van Frans Hals te Haarlem, woonde geruimen tijd in laatstgenoemde stad en vertrok in 1672 naar Amsterdam, alwaar hij in 1685 overleed. Andere belangrijke bijzonderheden omtrent zijn levensloop worden door de geschiedenis niet vermeld, maar hij heeft zich onsterfelijk gemaakt door zijn genie. Hij behoort tot de beste Nederlandsche genreschilders en is in hooge mate realistisch. Hij ontleent zijne keurige tafereelen aan het dagelijksch leven van het volk en weet dit op te vatten van eene schilderachtige zijde. Zijne doeken vertoonen veelal boerenkermissen, binnenhuizen met rookende, drinkende of zingende boeren, schooltjes, pratende gezelschappen enz.
In zijne stukken liet hij niets verloren gaan wat het schilderachtig effect kon verhoogen, daarbij geholpen door zijne verwonderlijke vatbaarheid voor het schoone van kleur en harmonie, gepaard aan eene meesterlijke penseelbehandeling, aan een vluggen, geestigen toets en een breeden, doch tevens uitvoerigen stijl. Zijne stukken zijn in de voornaamste muséa van ons werelddeel te vinden. In het Mauritshuis te 's Gravenhage heeft men van hem een „Binnenhuis” en een „Buitenhuis”, — in het Trippenhuis te Amsterdam een „Boerengezelschap” en „De werkplaats van een schilder”, — in het muséum te Berlijn de „Buste eener oude vrouw”, — in dat te Dresden zes „Binnen- en buitenhuizen”, — in dat te München zeven stukken van zijne hand, — in het Louvre te Parijs het portret van den schilder en nog 4 andere stukken, enz. Voor een stuk van Ostade, genaamd „Een Hollandsch huisgezin”, werd in 1844 te Parijs bijna 16000 gulden betaald. Ook heeft hij een groot aantal uitstekende etsen geleverd.
Izaak van Ostade, een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren te Lübeck in 1613 en overleed te Amsterdam, vermoedelijk in 1671. Hij schilderde eenige stukken in den trant van zijn broeder, maar daarenboven een aantal keurige landschappen. Er bestaan van dezen meester voortreffelijke schilderijen in Engeland; voorts heeft men van hem in het Louvre een „Winter", — in de Pinacotheek te München een „Landschap met een ezel” en een „Winter met schaatsenrijders”. Reeds in 1831 werd voor één zijner stukken bijna 16000 gulden betaald.
