Meelworm (Tenebrio molitor, fig. 1) of meeltor is de naam van eene pikzwarte, weinig glanzende, aan de beenen rood-bruine, slanke kever ter lengte van 1,5 Ned. duim, met korte parelmoerachtige, onder den uitpuilenden zijrand van het hoofd ingeplante sprieten.
Hij heeft een vierhoekig borststuk, zijne dekschilden zijn gestreept, doch de strepen onduidelijk gestippeld, en de 4 vóórtarsen hebben 5, de twee achtertarsen 4 leden. De larve of eigenlijke meelworm is aan alle meelverkoopers en bakkers bekend. Zij is 2,5 Ned. duim lang, leeft in meel, zemelen en brood, knaagt een gang door de hardste korsten en zelfs door hout, verontreinigt door hare zwarte uitwerpselen die zelfstandigheden, maakt met zemelen en houtvezels een spinsel en verpopt zich hierin. Zulke meelwormen bezigt men tot voedsel voor nachtegalen. De kop der meelwormen is voorzien van 2 kleine sprieten; voorts hebben zij 12 geledingen, van welke de eerste de grootste is en de laatste in eene punt uitloopt. Er zijn 6 kleine voorpooten en een anale poot.