Een zoon van Olympus, Oeagrus of Hyagnis, heeft eene groote vermaardheid verworven door zijn wedstrijd met Apollo. Toen Athene (Minerva) de door haar uitgevondene fluit had weggeworpen, omdat het bespelen daarvan een verwringen van het gelaat, veroorzaakte, en tevens dengene met een zwaren vloek had beladen, die haar durfde oprapen, vond Marsyas dat instrument en verkreeg daarop eerlang zoo groote vaardigheid, dat hij Apollo tot een wedstrijd uitdaagde. De Muzen zouden daarbij uitspraak doen.
De schelle toon der fluit overstemde aanvankelijk den zachteren klank der lier, welke door Apollo bespeeld werd, en reeds hield Marsyas zich verzekerd van de overwinning, toen Apollo het snarenspel met zang begeleidde. Dit kon Marsyas met de fluit niet navolgen, en de Muzen beslisten ten gunste van Apollo, die den vermetele aan een pijnboom ophing en hem de huid afstroopte.
