Marsveld noemde men bij de Romeinen het noordelijk gedeelte der groote vlakte, die buiten het pomoerium van Rome van de hellingen van den Pincius, Quirinalis en Capitolinus zich uitstrekte naar de Tiber. Aldaar verheft zich thans een groot gedeelte der bebouwde stad. Het kleiner zuidelijk gedeelte ontving van den in 220 vóór Chr. aldaar door Flaminius gebouwden Circus den naam van Circus Flaminius, die sedert den tijd van Augustus ook het veld van Mars omvatte, terwijl het oostelijk gedeelte Via Lata geheeten werd. Het Marsveld was aanvankelijk in het bezit der Tarquiniussen, doch na het verdrijven van deze werd in het midden daarvan een altaar ter eere van Mars opgerigt en het geheele veld aan dien oorlogsgod gewijd.
Het diende gedeeltelijk voor gymnastische spelen en krijgsoefeningen, gedeeltelijk tot het houden van volksvergaderingen, bepaaldelijk van Comitia centuriata, later ook van Comitia tributa. Ten behoeve der overheidspersonen verrees er de Villa publica. Ook stichtte Pompejus er in 55 vóór Chr. een prachtigen schouwburg, terwijl Caesar ervoor de Comitia marmeren zalen bouwde, welke door Agrippa werden voltooid. Laatstgenoemde deed er ook openlijke baden verrijzen en een pantheon (thans Santa Maria rotonda), terwijl Augustus verder noordwaarts eene obelisk plaatste en er voor zich zelven een praalgraf (Mausoleum Augusti) bouwde. Ook later stichtte men er onderscheidene openbare gebouwen, van welke wij vermelden den tempel van Minerva Chalcidica (thans Santa Maria sopra Minerve), zoodat het Marsveld allengs kleiner werd.
Ook te Parijs heeft men een Marsvéld (Champ de Mars), een ruim plein, dat een regelmatig parallelogram vormt en aan den linker oever der Seine zich van deze tot aan de Militaire school uitstrekt. Het werd in 1790 in gereedheid gebragt voor het groote nationale feest, waarop Lodewijk XVI in tegenwoordigheid van een half millioen juichende burgers de nieuwe constitutie bezwoer.
In 1794 vierde men er het feest van het Hoogste Wezen, en ook Napoleon begaf zich in 1804 na het ontvangen der keizerskroon derwaarts, om de hulde te ontvangen der afgevaardigden van de departementen en van het leger. Gedurende de Honderd Dagen werd er de nieuwe grondwet afgekondigd, — in 1830 schonk Lodewijk Philips er driekleurige vaandels aan de nationale garde, en na de Februarij-omwenteling hadden de Socialisten er hunne werkplaatsen. Dit groote plein dient thans tot militaire oefeningen en volksfeesten. In 1867 werd er de groote tentoonstelling gehouden, en thans (1877) is men ijverig bezig, om er alles voor de internationale tentoonstelling van 1878 in gereedheid te brengen.