Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Manderström

betekenis & definitie

Manderström (Christopher Rutger Ludvig, vrijheer), een Zweedsch staatsman, geboren te Stokholm den 22sten Januarij 1806, behoort tot een aanzienlijk geslacht, hetwelk in 1703 in den adelstand werd opgenomen. In 1824 en later was hij werkzaam als tweede secretaris bij het ministérie van Buitenlandsche Zaken, in 1838 en 1839 als secretaris van legatie en zaakgelastigde te Petersburg en te Londen, en werd in 1840 kabinetssecretaris, in welke betrekking hij in 1848 koning Oscar I naar Schonen vergezelde, waar Zweden den wapenstilstand van Malmö sloot. Van 1855 tot 1858 was hij ambassadeur van Zweden te Weenen en te Parijs en werd vervolgens teruggeroepen naar Stokholm, om in het nieuwe ministérie de portefeuille van Buitenlandsche Zaken te aanvaarden. In die betrekking bleef hij 10 jaren werkzaam en droeg veel bij tot het vaststellen der Rijksdagverordening van 1865.

In 1868 echter nam hij zijn ontslag en bleef daarna gekozen lid der Eerste Kamer. Bij de krooning van Karel XV in 1860 werd hij in den gravenstand opgenomen. Tot in 1875 was hij voorzitter van den Raad van Koophandel.

< >