Onder dezen naam vermelden wij:
Eene voormalige Fransche provincie, begrensd door Bretagne, Normandië, Anjou en Vendômois en ongeveer de tegenwoordige twee departementen Sarthe en Mayenne omvattend. Zij werd sedert 955 door erfelijke graven geregeerd, verviel omstreeks het midden der 11de eeuw aan de hertogen van Normandië en in het begin der 12de eeuw aan het Huis van Anjou en daarmede aan Engeland. Nadat Philippus Augustus haar in 1204 aan de Engelschen ontrukt had, kwam zij door Lodewijk de Heilige (1246) aan diens broeder Karel, die haar aan zijne nakomelingen achterliet, — in 1440 door Karel VII aan het Huis van Anjou, — en in 1481, door het uitsterven van dit laatste, aan de kroon van Frankrijk. Een onwettige zoon van Lodewijk XIV en madame de Montespan droeg den titel van hertog van Maine.
Maine, eene bevaarbare zijrivier van de Loire, op den regter oever van deze en slechts 1⅓de geogr. mijl lang. Zij ontstaat uit eene vereeniging van de Mayenne — haar naam is vermoedelijk van deze afkomstig — en de Sarthe en stort beneden Angers zich uit in de hoofdrivier. Het naar haar genoemde departement Maine-Loire, grootendeels bestaande uit de voormalige provincie Anjou, vormt het bisdom van Angers, heeft eene uitgebreidheid van 129⅓de O geogr. mijl, is verdeeld in 5 arrondissementen en telt ruim ½ millioen inwoners. Hare hoofdstad is Angers. Zij wordt door de Loire en hare talrijke zijrivieren besproeid, bestaat gedeeltelijk uit met wijngaarden bedekte heuvels, doch grootendeels uit golvende vlakten en heeft een gezond klimaat.
Hoewel ook daar dorre heidevelden niet ontbreken, behoort het tot de vruchtbaarste departementen van Frankrijk en levert veel graan, wijn, hennep, vlas, allerlei soort van groenten en uitmuntend ooft. Uitgestrekte weiden begunstigen er de veeteelt, terwijl de bodem er bouwsteen, steenkolen en leisteen oplevert. Men vervaardigt er veel zeildoek, linnen en wollen stoffen; ook vindt men er katoenspinnerijen en katoenweverijen, papierfabrieken, looijerijen enz. De handel wordt er door de riviervaart en door talrijke spoorwegen ongemeen bevorderd.
Maine, een der Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Deze ligt in het noordoostelijk gedeelte der Unie tusschen 43 en 47° N. B. en grenst in het noorden aan Canada, in het oosten aan Nieuw-Brunswijk, in het zuiden aan de zee en in het westen aan New-Hampshire. Hij telt op 1416 geogr. mijl omstreeks 628000 inwoners. Hier begint de gordel der Noord-Amerikaansche meren, zoodat het zesde gedeelte zijner oppervlakte met water is bedekt. De heuvelreeksen, tot het Acadisch gebergte behoorend, loopen voort tot aan de kust, en deze gelijkt met hare baaijen, fjorden en eilanden veel op die van Noorwegen. De grootste meren zijn er de Moosehead, de Sebago, de Chefunkook en de Umbagog, en de belangrijkste rivieren de Penobscot, 60 geogr. mijl lang en tot Bangor bevaarbaar, de Kennebec, 34 geogr. mijl lang en voor groote schepen tot Augusta, voor kleinere vaartuigen tot Hallowell bruikbaar, en de St. Johns. Het klimaat, schoon des zomers zeer warm en des winters zeer koud, is er gezond, en de vruchtbare grond levert er graan en goede aardappels en is voor de veeteelt zeer geschikt.
De digte bosschen van het binnenland geven veel hout, en dit behoort er met marmer en kalk tot de belangrijkste handelsartikelen. Voorts zijn er visscherij, scheepsbouw en het vervaardigen van wollen stoffen gewigtige takken van nijverheid. Het land is reeds van spoorwegen doorsneden. Het wordt bestuurd door een gouverneur en 7 raadsheeren. De Senaat telt er 31 en het Vertegenwoordigend Ligchaam 151 leden.
Zij worden voor één jaar gekozen, en kiezer is ieder burger, die den ouderdom van 21 jaren bereikt heeft, de voorafgaande 3 maanden in den Staat gevestigd was, geene aalmoezen ontvangt en niet onder voogdij is gesteld. Maine zendt 5 vertegenwoordigers naar het Congrés. De zetel der regéring is Augusta aan de Kennebec, maar de grootste stad Portland aan de Cascobaai met omstreeks 30000 inwoners. Deze is gelegen in een schilderachtig oord, bezit eene ruime haven en veel handel en ligt aan den spoorweg, die zich naar Canada uitstrekt. Het onderwijs is er uitstekend: in 1874 waren er ruim 4000 scholen met bijna 6000 onderwijzers. — Algemeen bekend is de naar dezen Staat genoemde Maine-wet, die het tappen van sterken drank verbiedt.