Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Magdalena-rivier

betekenis & definitie

Magdalena-rivier (De), de hoofdrivier der Vereenigde Staten van Columbia (Nieuw-Granada) in Zuid-Amerika, ontspringt 8 geogr. mijl in het zuidoosten van Popayan (1°30' N. B.) uit de Laguna del Buey, een bergmeer op den bergknoop Las Papas, die zich op 2°5' N.B. in de Centraal- en Oost-Cordiilera van Nieuw Granada verdeelt. De rivier spoedt zich, tusschen die beide bergketens door, in haar bovenloop watervallen en stroomversnellingen vormend, naar het noordoosten en betreedt bij Neyva (3°23' N. B. en ter hoogte van 700 Ned. el boven de oppervlakte der zee) een vrij breed terrasland, waar zij rustig langs Ambalema voorwaarts vloeit en over een afstand van 40 geogr. mijl bevaarbaar is, totdat zij beneden Honda (5°11' N. B., ter hoogte van 200 Ned. el boven de oppervlakte der zee), waar de laatste watervallen de scheepvaart verbieden, tusschen uitloopers van de beide Cordillera’s de naar haar genoemde, vochtig-warme, deels boschrijke, deels bebouwde laagvlakte bereikt en 140 geogr. mijl van hare bron, na een loop van 207 geogr. mijl zich met onderscheidene armen in de Antillische Zee uitstort. Haar delta bestaat uit lage, moerassige eilanden tusschen de armen van de rivier en uit talrijke kleine verbindingskanalen (canos). Voor de scheepvaart is thans de noordwaarts loopende arm de belangrijkste.

Aan haren mond, 4 geogr. mijl beneden de snel zich ontwikkelende stad Baranquilla is de haven van Sabanilla voor den buitenlandschen handel geopend. Men vindt er eene goede haven; maar wegens eene baar in den riviermond kunnen alleen schepen, welke geringer diepgang hebben dan 3½ Ned. el, haar bereiken. De benedenloop der Magdalena-rivier draagt de regelmatig varende stoombooten van onderscheidene maatschappijen, en wel van Baranquilla naar Conejo, alsook tot aan La Vuelta, ongeveer 3 geogr. mijl beneden Honda. Tusschen Baranquilla en Sabanilla moeten de waren in ligters worden overgebragt. Daarenboven is de vaart op de Magdalena-rivier in het algemeen moeijelijk en gevaarlijk wegens de geweldige hitte, de menigte van alligators en de wolken van insecten. De rivier is reeds voorlang in verband gebragt met de haven van Cartagena door een kanaal, hetwelk bij Calomar, ongeveer 19 geogr. mijl van Cartagena en 120 geogr. mijl van Honda, zich met haar vereenigt, maar zich thans in een ongunstigen staat bevindt.

Ook uit de haven van Sta Marta vaart men door middel van onderscheidene kanalen naar de Magdalena-rivier. Onder de talrijke zijrivieren der Magdalena-rivier is alleen de Cauea van belang; deze ligt op haren linker oever en heeft eene lengte van 147 geogr. mijl. Hare bron is slechts 5½ geogr. mijl van die der Magdalena-rivier verwijderd; zij ontspringt namelijk in de Laguna Santiago en stroomt aanvankelijk door een vulcanisch gebied, waar zij zulk eene hoeveelheid zwavel- en zoutzure zouten opneemt, dat eene van hare voornaamste bronrivieren, van den vulcaan Purace afdalend, den naam van Rio Vinagre (Azijnrivier) ontvangen heeft en de wateren der Cauca-rivier over een aanzienlijken afstand nog een zuren smaak hebben en geene visschen herbergen. Het stroomgebied der Magdalena-rivier heeft eene uitgebreidheid van ongeveer 4500 geogr. mijl; maar de laagvlakte der Magdalena-rivier, langs de kusten westwaarts tot aan de Golf van Darië en oostwaarts tot aan den oever van de Golf en het Meer van Maracaïbo voortloopende, eene van 6800 geogr. mijl. Zij omvat ten westen van laatstgenoemd meer de Siërra-Nevada van Sta Marta, een pyramidaal massagebergte uit 3 steile toppen ter hoogte van ruim 6000 Ned. el. Het geheele gebergte vertoont zich geweldig hoog, omdat het slechts 6 geogr. mijl van de kust uit de laagvlakte verrijst.

De Staat Magdalena, een der verbondene Staten van Columbia, ligt in het noordoostelijk gedeelte des lands, heeft eene driehoekige gedaante en grenst in het noorden aan de Antillische Zee, in het oosten aan Yenezuéla en in het westen aan den Staat Bolivar. Met uitzondering van den Siërra Nevada, van Sta Marta en het schiereiland Goajira, dat oostwaarts uitspringt, bestaat het land uit boschrijke laagvlakten. De Staat telde in 1870 op 1267,6 geogr. mijl ruim 85000 inwoners. Deingezetenen, voorzoover zij eenigermate beschaafd zijn, houden zich vooral bezig met handel en scheepvaart: zij zijn echter in het algemeen zeer traag, en landbouw en nijverheid bevinden er zich op een lagen trap van ontwikkeling. Tot de voornaamste artikelen van uitvoer behooren allerlei houtsoorten, huiden en meel. De hoofdstad Sta Marta, aan de Baai van dien naam zeer bevallig gelegen en in 1525 door Rodrigo Rastidas gesticht, heeft eene voor den buitenlandschen handel geopende haven, doch slechts 4000 inwoners.

< >