Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mac Clellan

betekenis & definitie

George Brinton Mac Clellan, een Amerikaansch generaal, geboren te Philadelphia den 3den December 1826, verliet in 1846 de militaire school te Westpoint als officier der genie en nam aanstonds deel aan den veldtogt in Mexico, alwaar hij zich loffelijk onderscheidde en weldra tot kapitein bevorderd en met zijn lateren tegenstander, luitenant Beauregard, door generaal Scott in eene dagorder vermeld werd. Na zijn terugkeer uit Mexico zag hij zich als leeraar geplaatst te Westpoint. In den zomer van 1851 deed hij het fort Delaware verrrijzen, en in 1852 volbragt hij onder bevel van kapitein Marcy, later zijn schoonvader, eene ontdekkingsreis naar de Red River. Vandaar begaf hij zich naar Texas, waar hij de havens en rivieren in kaart bragt, en vervolgens naar het territorium Washington, om het tracé van den Pacific-spoorweg te bepalen.

In 1865 werd hij met een paar anderen benoemd om in Europa de veranderingen na te gaan, die er gebragt waren in de zamenstelling der legers. Hij woonde toen den veldtogt bij in de Krim en bezocht bovendien Engeland, Frankrijk, Pruissen, Oostenrijk en Sardinië. Zijne opmerkingen, die niet van vlugtigheid zijn vrij te pleiten, werden in 1858 door het Congrès en in 1861 door hem zelven in het licht gegeven. In 1857 nam hij zijn ontslag, en toen de burgeroorlog uitbarstte, was hij voorzitter der maatschappij van den Ohio- en Mississippispoorweg. Daar generaal Scott hem dringend aanbeval, werd hij reeds den 14den Mei 1861 benoemd tot generaal-majoor bij het leger der Unie en belast met het opperbevel in Ohio. Hij organiseerde met spoed zijne strijdkrachten en tastte den vijand aan in West-Virginia. Zijn onderbevelhebber Rozecranz behaalde de overwinning bij Rich Mountain den 11den Julij 1861, doch de verdiensten hiervan werden toegekend aan Mac Clellan, zoodat hij na de nederlaag van Bull-Run tot opperbevelhebber van het leger aan de Potomac en na het ontslag van generaal Scott tot chef van het geheele leger der Unie bevorderd werd. In die betrekking bragt hij in het najaar en den winter van 1861 zijn leger in orde, maar trok eerst in Maart 1862 te velde tegen Richmond, de hoofdstad der Zuidelijken.

Bij deze en ook bij latere krijgsbewegingen onderscheidde hij zich door eene overdrevene omzigtigheid, zoodat hij door eene kleine vijandelijke magt gedurende 4 weken vóór Yorktown werd opgehouden, waarna hij langzaam over de York-rivier trok en naar Richmond oprukte. Den 31sten Mei leed hij bij Seven-Pines de nederlaag, doch bragt den volgenden dag den vijand bij Fair-Oaks aan het wijken. Daarna nam hij het besluit, om wegens de schadelijke uitwasemingen der moerassen het tooneel zijner krijgsverrigtingen naar de James-rivier te verplaatsen. Van 24 Junij tot 1 Julij streed hij om het bezit van Richmond, een strijd, die den roemruchtigen naam heeft verworven van Zevendaagschen Veldslag. In plaats van naar Richmond te trekken, hetgeen zeer goed had kunnen geschieden, nam hij de wijk naar zijne schepen op de James-rivier. Hij wachtte er vruchteloos op de verlangde versterkingen en werd opgeroepen naar Washington om zich te verantwoorden.

Na de nederlaag van Pope vervolgde hij generaal Lee en bragt hem bij Antietam eene gevoelige nederlaag toe. Lee trok over de Potomac naar Virginia terug, maar Mac Clellan vervolgde hem niet en verloor daardoor de vruchten zijner overwinning. Hij begaf zich vervolgens naar New-Jersey, waar hij in 1864 optrad als candidaat voor het voorzitterschap, maar het onderspit moest delven voor Lincoln. Weldra nam hij zijn ontslag, volbragt eene reis naar Europa, vertoefde geruimen tijd te Dresden en vestigde zich daarna als ambteloos burger in zijn vaderland. Later echter aanvaardde hij de betrekking van superintendent van de dokken en havens te New-York.

< >