Philadelphia, de aanzienlijkste stad van den Noord-Amerikaanschen Staat Pennsylvanië en met het oog op de bevolking de tweede stad der Unie, ligt omstreeks 154 Ned. mijl van den Atlantischen Oceaan op 39°57' N. B. en 75°10' W. L. van Greenwich, op eene landtong ter breedte van 3 Ned. mijl tusschen de beide bevaarbare rivieren Delaware en Schuylkill, en bestaat uit de eigenlijke stad (City) en uit de sedert 1854 tot deze behoorende voorsteden: Northern Liberties, Kensington, Penn, Richmond, Springtown, Germantown en Frankfort ten noorden, West-Philadelphia op den regter oever der Schuylkill, en Southwark, Passyunk en Moyamensing ten zuiden. Men heeft er ruim 674000 inwoners (1874), onder welke zich 60000 Duitschers bevinden. De straten dezer stad snijden elkander meest alle onder regte hoeken, en de beide hoofdstraten zijn: Broad Street, 34 Ned. el breed en van het noorden naar het zuiden loopende, en Market Street, die reeds genoemde 2 rivieren verbindt. Het plein, waar die twee straten elkander kruisen en het stadhuis zich verheft, draagt den naam van Penn Square.
De Market Street is vooral met winkels en de Broad Street met kerken en fraaije woonhuizen bezet. In de Third Street zijn vele bankiers gevestigd, en de Chestnut Street is de geliefkoosde wandelplaats. Men heeft er een aantal ruime pleinen en onderscheidene prachtige gebouwen van marmer, graniet en zandsteen. Openbare gedenkteekenen zoekt men er te vergeefs, en de lange, gedeeltelijk ook enge straten zijn zeer eentoonig. Intusschen is Fairmount Park, 1110 Ned. bunder groot en op de beide oevers van de Schuylkill gelegen, eene der prachtigste wandelplaatsen van de geheele wereld. Hier had in 1876 de groote tentoonstelling plaats, wier gebouwen bijna 20 Ned. bunder besloegen en eene uitgave vorderden van 9 millioen gulden.
Ook heeft men er een muséum voor Kunst (Memorial Hall) ter lengte van 111 en eene warme kas ter lengte van 118 Ned. el, — voorts een standbeeld van Lincoln, een dierentuin en groote reservoirs voor de waterwerken. Voor het verkeer is door paardensporen (377 Ned. mijl lengte met 883 waggons en bijna 5200 paarden) en spoorwegen voldoende gezorgd. Over de Schuylkill (622 Ned. el breed) liggen 10 bruggen, en over de Delaware (dubbel zoo breed) varen op 6 plaatsen stoombooten. Twee waterleidingen voorzien de stad jaarlijks van 66000 millioen Ned. kan water, en in 1875 werden er 24 millioen teerling-ellen gas verbruikt. Alleen in de straten (985 Ned.
mijl lang) branden 8900 gasvlammen. Van de stedelijke gebouwen vermelden wij: de Independence Hall, waar in 1776 de onafhankelijkheidsverklaring der Vereenigde Koloniën plaats had, — het marmeren stadhuis, 148 Ned. el breed en 140 Ned. el diep, met 3 verdiepingen, — eene groote cellulaire gevangenis, — het postkantoor, van graniet opgetrokken, — het belastinggebouw, eene nabootsing van het Párthenon, — de munt, in Ionischen stijl van marmer gebouwd, — het prachtige marmeren invalidenhuis voor matrozen, — 2 arsenalen, — en eene groote scheepstimmerwerf. Tot de inrigtingen van onderwijs behooren er: de universiteit, gesticht in 1749, maar verrijkt in 1872 met een prachtig gebouw van serpentijnsteen, met 56 hoogleeraren, 300 studenten, eene boekerij met 18000 deelen en merkwaardige muséa, — 5 geneeskundige scholen, waaronder ééne voor vrouwen, 2 scholen voor tand-artsen, ééne voor artsenijbereidkunde, eene polytechnische school, een door professor Wagner gesticht wetenschappelijk instituut en 3 godgeleerde seminaria, — voorts: het grootsche Girardcollège, in 1833 door den Zwitser Etienne Girard voor 2 millioen dollars tot stand gebragt, namelijk een opvoedingsinrigting voor 550 weezen van alle gezindheden, terwijl er geen geestelijke mag binnentreden. Het verheft zich in het midden van een tuin van 17 Ned. bunder en gelijkt op een Griekschen tempel. Wijders zijn er 467 stadsscholen met 1991 onderwijzers en 108631 leerlingen (1875). Reeds in 1870 had men er 3700 openbare bibliotheken met bijna 3 millioen boekdeelen. De merkwaardigste van deze is de Philadelphia Library, in 1731 door Franklin gesticht en 110000 deelen tellend, doch zij wordt in boekental overtroffen door de Mercantiie Library met 125000 deelen.
Het Athenaeum bezit eene bibliotheek van 22000 deelen, — de leerlingenbibliotheek heeft 21000 deelen, — de Duitsche bibliotheek 15000 deelen, enz. Van de wetenschappelijke vereenigingen aldaar noemen wij: Het Amerikaansch Philosophisch Genootschap, — het Historisch Genootschap van Pennsylvanië, — de Académie voor Natuurkunde, — en de Vereeniging tot bevordering van Kunst en Wetenschap. De Académie voor Schoone Kunsten, in 1805 gesticht, bezit eene verzameling van schilderijen. In 1875 verschenen er 151 dagbladen en tijdschriften, en 79 van deze kwamen dagelijks in het lichtVan de 488 gebouwen, voor godsdienstoefening bestemd, behooren 99 aan de Presbyterianen, 91 aan de Bisschoppelijke Methodisten, 90 aan de Bisschoppelijke Protestanten, 61 aan de Baptisten, 42 aan de R. Katholieken, 26 aan de Lutherschen enz., doch slechts 15 aan de Kwakers. De grootste kerk is er de R. Katholieke hoofdkerk van St. Petrus en Paulus, van zandsteen opgetrokken en gedekt met een koepel ter hoogte van 64 Ned. el. Tot de inrigtingen van weldadigheid — men telt er omstreeks 40 zieken- en verplegingshuizen — behooren er: de Blockley’s Alms Houses met 3500 verpleegden, — het Pennsylvania Hospital met 500 verpleegden, — eene school voor blinden, — eene voor doofstommen, en 2 krankzinnigengestichten. Vervolgens heeft men te Philadelphia 7 schouwburgen, waaronder de Academy of Music, het grootste operagebouw der Vereenigde Staten, — eene grootsche loge van vrijmetselaars, met een toren ter hoogte van 70 Ned. el, — concert- en muziekzalen en schitterende clubsgebouwen.
Philadelphia is na New York de belangrijkste fabriekstad der Vereenigde Staten. Reeds in 1870 had men er 8339 werkplaatsen van nijverheid met 1877 stoomwerktuigen en bijna 138000 werklieden, die aan grondstoffen ter waarde van 425 millioen gulden eene nagenoeg dubbele waarde bezorgden. Tot de voortbrengselen der nijverheid behooren er: geraffineerde suiker, wollen goederen, kleederen, doeken, tapijten, schoenen en laarzen, katoenen stoffen, papier, machines, stoomwerktuigen, ijzerwaren enz. Nagenoeg alle takken van nijverheid zijn er vertegenwoordigd, zoodat er dientengevolge een levendige handel bestaat. De grootste koopvaardijschepen kunnen trouwens langs de Delaware de stad bereiken, en in den winter wordt het vaarwater door stoom-ijsbrekers open gehouden. Philadelphia bezat in 1876 bijna 3000 eigen schepen, waaronder 298 stoombooten, met eene laadruimte van 377000 ton.
Er werd in 1875—1876 voor eene waarde van 48 millioen gulden ingevoerd en voor eene waarde van 108 millioen gulden uitgevoerd. De belangrijkste uitvoer-artikelen waren: petroleum, graan, meel en katoen. De kusthandel en de binnenlandsche handel zijn er desgelijks van groot belang, vooral met New York en Baltimore. Spoorwegen en kanalen verbinden de stad met alle deelen der Unie. Er zijn 2 beurzen en onderscheidene banken en verzekeringsmaatschappijen.
Het bestuur der stad berust er in de handen van een voor den tijd van 3 jaar gekozen burgemeester, van een gemeenteraad van 31 leden (één voor iedere wijk) en van eene vergadering van stads-afgevaardigden, waartoe ieder 1200-tal belastingschuldigen één lid benoemt. De policie telt er 300 man, en de brandweer bezit er 27 brandspuiten. De uitgaven der stad beliepen in 1874 ruim 38 millioen gulden, en de stedelijke schuld bedroeg toen 132 millioen. Het klimaat is er onbestendig en men heeft er wel eens vorst in Junij. De Delaware is er menigen winter digtgevroren. De waargenomene uitersten van koude en hitte zijn er: 22° C. en 39°C., en de gemiddelde jaarlijksche warmte is er 11,5° C.
Philadelphia werd in 1682 door William Penn (zie aldaar) gesticht en wel op eene plek, welke hij van eenige Zweden en Indianen gekocht had. Den 5den September 1774 kwam aldaar het eerste Congrès der Vereenigde Staten bijeen, hetwelk over maatregelen beraadslaagde, om aan de willekeur van Engeland een einde te maken, en den 4den Julij 1776 geschiedde er de onafhankelijkheidsverklaring der Amerikaansche Koloniën. Den 26sten September 1777 werd Philadelphia door de Engelschen onder Howe ingenomen en bleef tot den 18den Jumj 1778 in hun bezit. Den 17den Mei 1787 kwam er de Conventie bijeen, welke zich tot vastelling van de tegenwoordige constitutie der Unie vereenigde. Tot 1800 was deze stad de zetel der regéring van den Staat Pennsylvanië, doch zij is thans te Harrisburg gevestigd. Van den 10den tot den 14den Mei 1844 woedde er een opstand tegen de Iersche Katholieken, waarbij vele kerken verwoest en talrijke Ieren gedood of verjaagd werden, totdat de Nationale militie de orde herstelde. In 1876 had er eene wereldtentoonstelling plaats ter gedachtenis van het honderdjarig bestaan der Republiek.