Onder dezen naam vermelden wij:
Petrus Lombardus, een vermaard scholastiek wijsgeer. Hij was geboortig van een vlek bij Novara in Lombardije, een leerling van Abailard en leeraar in de theologie, en werd in 1159 bisschop van Parijs, alwaar hij in 1164 overleed. In zijn werk: „Sententiarum libri IV”, waaraan tot aan de Hervorming toe door godgeleerden een groot gezag werd toegekend, verzamelde hij de uitspraken der Kerkvaders, vooral van Augustinus, over bepaalde leerstellingen en voegde er de bezwaren en wederleggingen van anderen bij, zonder zelf eenig oordeel uit te spreken. Hoewel deze methode door de school der Sententiariërs gevolgd werd, billijkte de Kerk niet alle door Petrus Lombardus opgenomene stellingen. Hij zelf ontleende aan deze laatsten den eernaam van Magister sententiarum. Zijne geschriften werden in 1546 door Aleaume te Leuven in het licht gegeven.
Lambert Lombardus, een verdienstelijk Zuid-Nederlandsch schilder. Hij werd geboren te Luik in 1506, genoot onderwijs van Joost de Beer en Jan Qossart (Mabuse) en vertrok op 32-jarigen leeftijd in het gevolg van den cardinaal Polus naar Italië. Weldra echter keerde hij naar Luik terug, leefde nog in 1565 en overleed in behoeftige omstandigheden in het gasthuis Mont-Cornillo aldaar. Men vindt doeken van hem in de muséa te Berlijn, Weenen en Antwerpen, — voorts te Luik enz.