Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lares

betekenis & definitie

Lares noemde men bij de Romeinen de goede geesten der aarde, welke als beschermgoden over de menschen en hunne belangen waakten. De voornaamste van hen vormden de huisgoden (Lares familiares), die als de zielen van overledene voorouders werden beschouwd. Hunne beeldtenissen bevonden zich aan den huiselijken haard, in het atrium, of in eene afzonderlijke kapél (lararium). Voorts waren er ook andere Lares, die aan de plaats, waar zij tot beschermgoden strekten, hun naam ontleenden, zooals de Lares compitales (de beschermers der kruiswegen), de Lares vicorum (de schutsgoden der stadswijken), de Lares marini (de zeebeschermers), de Lares hostilii (de verdedigers tegen den vijand), de Lares publici (de openlijke beschermgoden) enz.

Laatstgenoemden, 2 in getal, waren volgens de sage zonen van Mercurius en Lara. De Lares werden in het algemeen voorgesteld als jongelingen met opgeschorten toga en met een drinkhoorn en eene schaal of kan in hunne handen. Hunne standbeelden waren op het land gewoonlijk van hout, in de steden van steen of metaal, en in de huizen der aanzienlijken dikwijls van zilver. Ter eere der Lares werden op den lsten Mei te Rome feesten (Laralia) gevierd, en de dienstbaren vierden de compitalia tegen het einde des jaars, kort na de saturnalia. De groote offeranden, aan de Lares gewijd, bestonden in lammeren , speenvarkens en kalveren, — de kleine in de eerstelingen der vruchten, wierook, olie, melk enz. Tegelijk met de Lares vindt men steeds de Penates als huisgoden genoemd.

< >