Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lappe

betekenis & definitie

Lappe (Karl), een verdienstelijk Duitsch volksdichter, geboren den 24sten April 1774 te Wusterhausen bij Wolgast, was een leerling van Kosegarten en werd vervolgens huisonderwijzer bij dezen en in 1801 leeraar aan het gymnasium te Stralsund. Wegens zijne zwakke borst nam hij in 1817 zijn ontslag en vestigde zich eerst te Steinhagen en vervolgens op een klein landgoed te Pütte, niet ver van Stralsund, en overleed aldaar den 28sten October 1843. In 1823 verloor hij door brand al zijn goed, waaronder ook de voorraad zijner op eigen kosten gedrukte geschriften.

Hg redde echter het handschrift van zijne gedichten, welke hg onder den titel: „Blätter (1824)”, alsmede onder dien van „Vermischte Schriften (1829)” in het licht zond. Daarop volgden zijne: „Friedhofskränze (1831)”, een bundel der schoonste Duitsche gedichten over dood, graf en eeuwigheid, — voorts: „Klim’s und Gulliver’s wunderbare Reisen, in einem Auszuge für Jung und Alt (1832)”, — „Die Insel Felsenburg, eine Robinsonade für die Jugend (2de druk 1834, ook in het Nederduitsch vertaald)”, — „Sämmtliche poetische Werke (1836, 5 dln; nieuwe uitgave 1840)”, — en „Blüten des Alters (1841) ’. Als dichter onderscheidde hij zich door kracht, gemoedelijkheid, eenvoudigheid en welluidendheid, — hier en daar door fijne ironie.

< >