Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Langendijk

betekenis & definitie

Langendijk. Onder dezen naam vermelden wij:

Pieter Langendijk, een verdienstelijk Nederlandsch dichter. Hij was de zoon van Arend Kort, welke dezen geslachtsnaam met dien van Langendijk (het dorp zijner geboorte) verwisselde, en aanschouwde het levenslicht te Haarlem den 25sten Julij 1683. Hij ontving te Amsterdam onderwijs in het teekenen, etsen en verwen en voorzag daarmede in zijn onderhoud. Later werd hij te Amsterdam als kantoorbediende geplaatst en begon zich toe te leggen op de dichtkunst. Zijn eerste vers was een lofdicht vóór de werken van Jan van Oijsen (1707).

Vervolgens hield hij zich te Haarlem bezig met het teekenen van patronen en het vervaardigen van damast, en voorzeker hadden zijne moeder en zijne vrouw hem tot den bedelstaf gebragt, zoo na beider overlijde regéring van Haarlem hem niet tot historieschrijver benoemd en met eene plaats in het proveniershuis begiftigd had, waar hij den 18den Junij 1756 overleed. Van zijne werken noemen wij: „Don Quichot of de bruiloft van Camacho, blijspel (1711)”, — „De Zwetser, kluchtspel (1712)”, — „Het wederzijdsch huwelijksbedrog, blijspel (1714)”, — „Cato of de ondergang der Roomsche vrijheid, treurspel (1715)”, — „Krelis Louwen of Alexander de Groote op het poëtenmaal, kluchtspel 1715)”, — „De wiskunstenaars of ’t gevlugte juffertje, kluchtspel (1715)”, — „De Eneas van Virgilius in zijn zondagspak, 4de boek (1715)”,— „Julius Caesar en Cato, treurspel (1720)”, — „Arlequyn actionist, kluchtig biijspel (1720)”, —„Quincampoix of de windhandelaars, blijspel (1720)”, — „De bedriegerij van Cartouche, of de Fransche roovers, blijspel (1832)”, — „Xantippe of het booze wijf des filozoofs Socrates beteugeld, blijspel (1756)”, — „Spiegel der vaderlandsche kooplieden, blijspel”, — „Papirius of het oproer der vrouwen binnen Romen, blijspel”, — en „Boertige beschrijving van den Amsterdamschen schouwburg bij het vertoonen van Aran en Titus”. Al deze werken zijn in 3 deelen uitgegeven. Voorts heeft men eene uitgave zijner gedichten (1721) in 2 deelen. Daartoe behooren: „Emmanuel of jaarzang op de geboorte onzes Zaligmakers (1619)”, —„Lofkrans voor mijne geboortestad (1720)”,—„Rampen des verleden jaars”, — „Lof der dichtkunst”, — „Lofdicht op het eerebeeld van Laurens Koster (1720)”, — „Leven der Hollandsche graven in jaardicht (1724)”, — „Leven van Willem I in jaarzangen tot 1574 (1746)”, — „Beschrijving van Kleef en deszelfs aangename landsdouwen (1747)”, — „Levensloop der Aartsvaderen enz. (1763)”, — „Tafereelen der eerste Christenen enz.”, — aanmerkingen op de „Beschrijving der stad Haarlem” van Ampsius, — en „De stad Haarlem en haar geschiedenissen (1765)”.

Dirk Langendijk, een uitmuntend Nederlandsch teekenaar. Hij werd geboren te Rotterdam in 1748 en oefende zich aldaar onder de leiding van den ornament- en rijtuigschilder Bisschop. Hij maakte groote vorderingen en teekende weldra krijgstafereelen, die hem grooten roem bezorgden, zooals „De slag bij Nieuwpoort” en „De togt naar Chattam”. Zijne teekeningen zijn meestal met spijkerinkt omgetrokken en met Oost-Indischen inkt afgewerkt. Men bewaart er 48 in het muséum van Teyler. Zijn huiselijk leven was niet gelukkig, zoodat hij zijne toevlugt nam tot bedwelmende dranken. Hij overleed den 15den December 1805.

Jan Anthonie Langendijk, een zoon van den voorgaande en desgelijks een zeer verdienstelijk teekenaar. Hij werd geboren te Rotterdam in 1780, oefende zich onder de leiding van zijn vader, werkte in den trant van dezen, volbragt eene reis naar St. Domingo, woonde daarna achtervolgens te Rotterdam, Brussel, ’s Gravenhage en Amsterdam, en overleed aldaar in 1820. Ook heeft hij onderscheidene etsen geleverd, zooals: „De slag van Waterloo (1817)” en „De opstijging eener luchtballon bij Rotterdam (1804)”, en gravures, zooals: „De hemelvaart van Christus” en „Het doorbreken van den Langendijk bij Redichem”. Van zijne historische teekeningen vinden wij vermeld: „De komst der Franschen in 1794”, en „Het landen en vertrek der Engelschen in 1799”.

< >