Lac-dye, eene uit stoklak verkregene roode verfstof, is zijn oorsprong verschuldigd aan den steek van een insect (Coccus lacca en Coccus ficus) in de schors van eenige Indische planten (Ficus religiosa en indica), waardoor een harsachtig sap te voorschijn komt, hetwelk in den vorm van kleine eironde zakjes het met donkerrood sap gevulde broedsel omgeeft. Van dit sap maakt men het lac-dye door in Maart en October het hars van de takken te kloppen, klein te stampen en met water te behandelen, waarbij de roode kleurstof oplost, terwijl het hars achterblijft. Ter bevordering der oplossing voegt men er een weinig koolzuur natrium bij. De vloeistof wordt daarna nagenoeg tot droogwordens toe uitgedampt en het overblijvende tot teerlingen gesneden, die onder den naam van lac-dye in den handel komen.
Deze verfstof komt sterk overeen met de cochenille en levert in de wolverwerij eene prachtige scharlakenkleur. Hiertoe wrijft men haar fijn en begiet ze met eene oplossing van 1 deel tin en 20 deelen zoutzuur van 1,19 soortelijk gewigt, waarin zij oplost. Men verdunt deze oplossing met water en gebruikt ze om mede te verwen. De prijs is iets lager dan die van cochenille. De deugdelijkheid van het lac-dye onderzoekt men door proefverwen.
