Labyrinthodonten of Doolhoftanden noemt men eene uitgestorvene hagedissenfamilie met tanden van prismatischen bouw, welke op de doorsnede lijnen vertoonen, welke op de gangen van een doolhof gelijken. De voornaamste geslachten dezer familie zijn: Capitosaurus v. Muenster, — Mastodonsaurus Jaeger, — Metopius v. Meyer, — Xestorrhytius v. Meyer, —Odontosaurus v. Meyer, — en Chirosaurus Kaup. Nadat Owen deze familie bij de Kikvorschachtigen gevoegd had, werd door H. von Meyer aangetoond, dat zij wegens de aanwezigheid van een traanbeen, van een boven- en onderachterhoofdsbeen, van een slaapbeen, van een achterste voorhoofdsbeen en van jukbeenderen geen Kikvorschachtigen konden zijn, daar deze gemelde beenderen missen, maar dat zij wegens de overeenkomst dezer beenderen met die der krokodil tot de Hagedissen moesten behooren.
Intusschen rekende later Quenstädt althans den mastodonsaurus weder tot de Kikvorschachtigen. Overblijfselen van schubben of schilden van deze dieren zijn niet gevonden, zoodat zij waarschijnlijk naakte amphibieën zijn geweest, terwijl men uit hunne voetsporen heeft opgemaakt, dat zij landdieren waren. Men vindt de labyrinthodonten in het trias.