Wat wij onder Dynamometer (zie aldaar) van dit werktuig gezegd hebben, wenschen wij hier met eenige afbeeldingen op te helderen. De krachtmeter van Regnier bestaat uit een veerkrachtigen, zeer langwerpig elliptischen beugel, in wiens midden zich het bij a bevestigde staafje b bevindt, dat bij a over den rand van den beugel kan heenglijden en er werken op den wijzer c van een aldaar aan den beugel vastgehecht kwadrant B. Om nu de spierkracht der handen te meten, omvat men den beugel aan de uiteinden en drukt dien zamen, terwijl men de trekkracht meet, door bij d den last vast te maken en bij d' te trekken. Daaruit is gebleken dat de kracht der handen van een volwassen man nagenoeg gelijk is aan een gewigt van 50 Ned. pond, terwijl zijne trekkracht het 3-voudige bedraagt.
De toestel van Perraux is van boven voorgesteld in fig. 2 en in loodregte doorsnede in fig. 3. Het bestaat uit een regthoekig raam met 2 verschuifbare ligchamen a en a'. Aan het eerste is het eene uiteinde van eene elastieke stalen veer (A) vastgehecht, terwijl het andere uiteinde bij b aan den toestel is verbonden. Wordt deze veer uitgerekt, dan werkt zij op een wijzer d, welke de maat dier uitrekking en dus ook de maat der hiertoe benoodigde kracht aanwijst. Aan het tweede verschuifbare ligchaam a’ is eene schroef bevestigd, welke men door middel eener kruk-as omdraaijen kan. Om nu de hechtheid of de weêrstandbiedende kracht eener stof te meten, spant men deze tusschen die beide verschuifbare ligchamen en draait de schroef om, totdat de stof barst. Dan spingt de aanvankelijk gespannen veer wel terug, maar de wijzer blijft het bedrag der hoogste spanning aantoonen. Het spreekt wel van zelf, dat men den cirkelboog in graden verdeelt door bijv. gewigten van 10, 20, 30, 40 enz. Ned. pond achtervolgens op den krachtmeter te laten werken.
