Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kaleidoscoop

betekenis & definitie

Kaleidoscoop (De) is een optisch werktuig, in den aanvang,onzer eeuw uitgevonden.

Het berust op de wetten der terugkaatsing van het licht. Immers wanneer men een voorwerp tegenover een spiegel plaatst, ontwaart men daarvan slechts één beeld, doch plaatst men het tusschen twee spiegels, die evenwijdig of onder een bepaalde hoek gesteld zijn, dan levert ieder spiegel een beeld, en dat beeld wordt weder een voorwerp voor den volgenden enz. Zoo verkrijgt men oneindig veel beelden, waarvan echter de laatsten door onduidelijkheid onzigtbaar worden. Bij hellende spiegels geschiedt iets dergelijks, maar terwijl bij evenwijdige spiegels al de beelden in eene regte lijn gelegen zijn, ziet men bij een hellenden stand der spiegels de voorwerpen regelmatig rondom de snijlijn der beide spiegels gerangschikt. Is de hellingshoek een evenmatig deel van 360° dan schijnt het aantal beelden beperkt. In fig. 1 zijn AB en CB de spiegels, die onder een hoek van 90° elkander snijden. Het voorwerp bij 1 vertoont zich als beeld in 2 en 3, welke beelden door hunne afspiegeling zich te zamen vereenigen in 4. Hierdoor is het voorwerp verviervoudigd. Hebben de beide spiegels een hoek van 60° (fig. 2), dan ziet men het voorwerp verzesvoudigd, en in het algemeen wordt het voorwerp zoo vaak vermenigvuldigd als de hellingshoek in 360° begrepen is.

De kaleidoscoop bestaat doorgaans uit 2 spiegels met een hoek van 60° en levert dus zesvoudige beelden. De 2 spiegels zijn langwerpige regthoeken, met de langste zijden zamengevoegd en in eene van binnen zwartgemaakte buis geplaatst. Deze laatste is aan het benedeneinde voorzien van twee ronde glazen, niet ver van elkander loodregt op de as der buis geplaatst. Tusschen die glazen, van welke de onderste mat geslepen is brengt men eenige kleine, glinsterende voorwerpen. Het boveneinde der buis is van een deksel voorzien, en in het midden hiervan bevindt zich een rond gaatje. Plaatst men het oog vóór de horizontaal gehoudene buis en draait men deze om, zoodat bovengenoemde glinsterende voorwerpen van plaats veranderen, dan aanschouwt men allerlei fraaije, regelmatige, stervormige figuren.

Men voorziet zulk een kaleidoscoop ook wel van 3 spiegels, die alzoo een 3-vlakkig prisma vormen. Men aanschouwt daarin een uitgebreid veld met eene menigte vakken, die zich in het oneindige uitstrekken. Plaatst men de spiegels met hoeken van 60°, zoodat de doorsnede van het prisma een gelijkzijdigen driehoek vormt, dan vertoont zich het gezigtsveld als in gelijkzijdige driehoeken verdeeld (fig. 3). Is de doorsnede daarentegen een gelijkbeenige regthoekige driehoek (fig. 4), dan aanschouwt men enkel quadraten, — en plaatst men de spiegels zóó, dat zij zich onder hoeken van 90, 60 en 30° vereenigen, dat ontwaart men fraaije zeshoekige sterren (fig. 5). Andere zamenstellingen leveren wederom andere figuren.

De kaleidoscoop is niet slechts een vermakelijk speeltuig voor de jeugd, maar komt vooral ook te pas voor hen, die patronen teekenen voor tapijten, katoenen stoffen enz. Om dat werktuig hiervoor nog geschikter te maken heeft de hoogleeraar Emsmann te Stettin daaraan eene eenigzins andere inrigting gegeven en het in eene tweede buis, die uit de eerste gehaald wordt, voorzien van een veelvlakkig glas, waarna hij aan dezen gewijzigden kaleidoscoop den naam van typoscoop schonk.

< >