Jesi (Samuel), een verdienstelijk graveur, omstreeks 1789 te Milaan geboren, ontving zijne opleiding in de school van Longhi. Tot zijne eerste merkwaardige voortbrengselen behoort „Het verstooten van Hagar” naar Guerrino. Daarop volgde „De Madonna met Johannes en den heiligen Stephanus” naar Fra Bartolommeo. Daarna bepaalde hij zich bij de stukken van Rafaël.
Naar dezen kunstenaar leverde hij het portret van paus Leo met de beide cardinalen Bossi en Giulio dei Medici. Hieraan werkte hij 5 jaren en ging in 1842 met de plaat naar Parijs. Een kunstkooper, die ze gaarne voor weinig geld wilde koopen, vond daaraan zooveel te berispen, dat de radelooze kunstenaar zijn hootd tegen een marmeren steen poogde te verbrijzelen. Hij herstelde echter, en ondervond dat zijn werk te Parijs op prijs werd gesteld. In 1846 maakte hij een aanvang met het gravéren van een fresco uit eene der kerken te Florence, leverde intusschen zijne bevallige „Vierge de la vigne”, en overleed nog vóór de voltooijing van het door hem ondernomen werk te Florence den 17den Januarij 1853.
