Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Jeffreys

betekenis & definitie

Jeffreys (George), de beruchte regter en lord-kanselier ten tijde van Jacob II, koning van Engeland, geboren in 1643 te Acton in Wallis, maakte zich het eerst bekend door de omstandigheid, dat hÿ bÿ de regtszittingen te Kingston in 1666, waar vele advocaten wegens de pest niet verschenen waren, verlof ontving om als pleitbezorger op te treden. Weldra wist hij te Londen door zijn aangenamen omgang vele cliënten en eene groote populariteit te verwerven. Zijn invloed in de City en de ijver, waarmede hij de bedoelingen van het Hof bevorderde, bezorgden hem de bescherming van den hertog van York. Hij werd eerst regter, toen opperregter te Chester en in 1680 opperregter der Kingsbench, in welke betrekking hij groote diensten bewees aan het Hof.

De wezenlijke of gewaande zamenzweringen in de laatste regéringsjaren van Karel II gaven hen gelegenheid om onder den dekmantel van het regt de grootste gruwelen te plegen. Wilde hij een beschuldigde veroordeelen, dan overstelpte hij hem met smaadwoorden, legde hem en zijnen verdedigers het zwijgen op, joeg de getuigen vrees aan en bedreigde regters en gezworenen met ambtverlies en straf. Zijne donderende stem en zijn woedend gelaat vervulden schuldigen en onschuldigen met angst. Op die wijze bragt hij den republikein Algernon Sidney zonder behoorlijke regtspraak op het schavot. Bij de troonsbeklimming van Jacob II had zijn invloed bijkans geene grenzen. Na het dempen van den opstand van den hertog van Monmoulh moest hij zich naar de westelijke graafschappen begeven, om er de schuldigen te regt te stellen. Hij maakte een aanvang te Dorchester en liet er 80 menschen uit den geringen stand ter dood brengen.

Op dergelijke wijze handelde hij te Exeter, Taunton en Wells, waar hij op de schandelijkste wijze 251 personen van het leven beroofde. Lady Lisle, die twee vlugtelingen geherbergd had zonder hun misdrijf te kennen, moest onder de vreeselijkste bedreigingen van Jeffreys nog veroordeeld worden, nadat de regters haar reeds tweemaal hadden vrijgesproken. Tot loon voor deze wandaden werd hij tot pair benoemd en verkreeg hij de betrekking van lord-kanselier. In 1686 werd hij lid van de door den Koning benoemde Hooge Commissie, en maakte zich gehaat door eene ruwe behandeling der wederspannige bisschoppen. Na den val van Jacob II poogde hij te vlugten; men ontdekte hem echter als matroos vermomd in eene herberg, waarna men hem opsloot in den Tower. Hij overleed hier, nog vóórdat hij zich had verantwoord, den 19den April 1689.

< >