Ituraea is een landschap in het noordoosten van Palaestina, behoorde tot de groote hoogvlakte ten zuidoosten van den Hermon. Het bevatte vele weilanden, door onderscheidene riviertjes besproeid, en de bewoners leefden er in verplaatsbare tenten of in grotten. De bevolking, oorspronkelijk ten zuidoosten van den Anti-Libanon als een met de Arabieren vermengde stam gevestigd, maar voor den drang der Oost-Jordaansche Israëlieten bezwijkend, bewaarde niettemin hare onafhankelijkheid, maar werd in 105 vóór Chr. door Aristobulus overwonnen en in den Israëlietischen Staat ingeiijfd. Later herkreeg zij hare zelfstandigheid, drong tot in Coele-Syrië door, maar moest zich aan Pompejus onderwerpen.
Gedurende de Romeinsche overheersching leverde zij dappere, maar ruwe soldaten aan het leger. Augustus schonk het landschap aan Herodes de Groote. Later verviel het aan Philippus, en na den dood van dezen werd het in de Romeinsche provincie Syrië ingelijfd, doch vervolgens aan Herodes Agrippa toegekend, en na het overlijden van dezen voor goed met Syrië verbonden.