Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Immanent

betekenis & definitie

Immanent noemt men datgene, wat in eene zaak is en blijft, in tegenstelling van transcendent of datgene, wat buiten en boven eene zaak bestaat. In de wijsbegeerte heeft het woord immanent meer dan ééne beteekenis. Men onderscheidt bijv. uitwendige (transcendente) oorzaken van inwendige of immanente, namelijk zoodanige, welke in het veranderende voorwerp zelf gelegen zijn.

Spinoza noemde voorts God den immanenten schepper der wereld, om aan te duiden, dat God in zijn wezen niet van de wereld verschilt. Kant spreekt van een immanent gebruik der rede, namelijk van een gebruik, dat de grenzen der ervaring niet overschrijdt, in tegenoverstelling van een transcendent gebruik, dat zich in het bovennatuurlijke verliest. Op dergelijke wijze spreekt men over eene immanente methode, namelijk zoodanige, die door het voorwerp van onderzoek bepaald is, — van de immanente ontwikkeling eener wetenschap enz.

< >