Wat is de betekenis van Immanent?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Immanent

(<Lat.), bn., inwonend, innerlijk bijblijvend ; aanklevend; het tegenovergestelde van transcendent : een immanente oorzaak; het immanent gebruik der rede, dat zich houdt binnen de grenzen der ervaring.

2025-07-25
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

immanent

Immanent betekent "innerlijk" of "inherent aanwezig" en verwijst naar iets dat binnenin een bepaald systeem, fenomeen, of wezen aanwezig is, in plaats van extern of transcendent te zijn. Het wordt vaak gebruikt in filosofische, religieuze en theologische contexten. Betekenissen: * Filosofisch: Immanent beschrijft iets dat...

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

immanent

immanent - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: im-ma-nent 1. wat erin besloten ligt ♢ de immanente oorzaak is haar verlegenheid Bijvoeglijk naamwoord: im-ma-nent de/het immanente ...

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Immanent

[VLat. immanens, -entis = o.dw van im-manere = in-blijven, in-wonen] inwonend, innerlijk en blijvend (tegenover transcendent).

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Immanent

in zichzelf besloten; niet bovenzinnelijk

2025-07-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Immanent

tot het wezen behorend en blijvend. B.v.: aan het recht tot bevelen is de verplichting immanent om voor de gevolgen van het bevel verantwoordelijk te zijn.

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

immanent

byblywend, inwonend; aanklewend.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Immanent

innerlijk, bijblijvend; wat in de dingen aanwezig is

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Immanent

immanent, steeds bijblijvend, inwonend, innerlijk werkend.