Howe, Onder dezen naam vermelden wij:
Richard, graaf Howe, een Britsch vlootvoogd. Hij werd geboren in 1725, trad in 1736 in zeedienst, vertrok met Anson naar de Stille Zee, en werd in 1746 kapitein. In den oorlog tegen Frankrijk nam hij onder sir Edward Hawke in 1756 deel aan de verovering van het eiland Aix en vernielde de haven van Cherbourg. In 1770 werd hij bevorderd tot schout-bij-nacht en opperbevelhebber van het eskader in de Middellandsche Zee, terwijl hij zich voorts onderscheidde in den Amerikaanschen oorlog. In 1782 voorzag hij het belegerde Gibraltar van levensmiddelen, en na het sluiten van den vrede zag hij zich benoemd tot eersten lord der Admiraliteit, — eene betrekking, die hij in 1788 nederlegde en later weder aanvaardde, terwijl hij alstoen in den gravenstand opgenomen werd. Als admiraal der witte vlag ontving hij in 1793 het bevel over de vloot in het Kanaal, blokkeerde de haven van Brest, versloeg de Franschen bij Ouessant (1 Junij 1794), en werd in 1795 generaal der marine-soldaten. Ofschoon hij reeds afstand had gedaan van het kommando, wist hij door zijn gezag over de matrozen, die hem gewoonlijk Zwarte Dick noemden, een oproer op de vloot vóór Portsmouth te dempen, Hij overleed den 5den Augustus 1799. — Zijn kleinzoon Richard Penn, viscount Curzon, werd in 1821 tot graaf Howe verheven. Hij bekleedde de betrekking van opperkamerheer bij koningin Adelaïde, de gemalin van Willem IV, en overleed in Mei 1870.
William Howe, een Britsch generaal en jongeren broeder van Richard. Hij trad op jeugdigen leeftijd in dienst, werd spoedig generaal en voerde gedurende den Amerikaanschen vrijheidsoorlog het opperbevel in den slag bij Bunkershill. Hij werd in Boston belegerd en zag er zich door gebrek tot de overgave gedwongen. Hij trok terug naar het Stateneiland bij New-York, sloot met Washington eene overeenkomst tot uitwisseling van gevangenen, behaalde in 1776 met Clinton eene overwinning op Long-Island en bezette NewYork. Ook elders behield hij de overhand en nam Philadelphia in bezit. Niettemin moest hij het opperbevel aan Clinton afstaan, omdat hij, naar het gevoelen der Britsche regéring, geen voldoend gebruik gemaakt had van de behaalde voordeelen. Nu keerde hij naar Engeland terug, en overleed aldaar in 1814.
Elias Howe, den uitvinder der Amerikaansche naaimachine. Hij werd geboren te Spencer in Massachusetts in 1819 en overleed te Brooklijn den 3den October 1867. Zijn vader was een landbouwer en molenaar, die zijne kinderen aan ijverigen arbeid zocht te gewennen. In 1835 vertrok Elias naar de stad Lowell, waar hij tot 1837 in eene katoenfabriek werkzaam bleef. Daarna begaf hij zich naar Cambridge, waar hij werk vond in eene machinenfabriek van zekeren Davis. Hier hoorde hij spreken van de mogelijkheid om eene naaimachine te vervaardigen, en die gedachte verliet hem geen oogenblik. In 1844 meende hij zoodanig werktuig te hebben uitgevonden, maar het ontbrak hem aan het noodige geld, om zijne uitvinding in toepassing te brengen. Hij verbond zich derhalve met een voormaligen schoolmakker, Georg Fisher, koopman in hout en steenkolen te Cambridge.
Fisher bezorgde hem 500 dollars, en in Mei 1845 was de eerste naaimachine gereed. Het publiek stelde echter nog geen vertrouwen in de nieuwe uitvinding, zoodat Fisher de zaak opgaf, en Home, die inmiddels in het huwelijk getreden was, in de grootste ellende geraakte. Nu nam hij het besluit, om zijne fortuin in Engeland te beproeven. Zijn broeder, Amasa Howe, begaf zich in 1846 met de machine naar Londen en verkocht ze aan zekeren William Thomas voor 250 pond sterling. Nu ging ook Elias met zijn gezin naar Engelands hoofdstad, maar ondervond er geen voorspoed, zoodat hij in 1850 naar Amerika terugkeerde.
Ook hier verkeerde hij in de bitterste armoede, en het overlijden zijner vrouw bragt hem bijna tot vertwijfeling. Plotselijk vernam hij, dat gedurende zijne afwezigheid andere Amerikanen hun voordeel hadden gedaan met zijne uitvinding. Hij verkreeg voorts vrienden en beschermers, die hem zijne regten hielpen handhaven, zoodat hij in 1854 octrooi ontving voor de door hem uitgevondene naaimachine. Toen nu de tijd van dit octrooi in 1867 eindigde, bezat hij een vermogen van 2 millioen dollars. Bij het uitbarsten van den laatsten oorlog trad hij onder de vrijwilligers als soldaat in dienst, terwijl hij aan de regéring der Vereenigde Staten bij herhaling aanzienlijke sommen voorschoot.
