Hayne (Friedrich Gotlob), een verdienstelijk natuurkundige, geboren te Jüterbogk den 18den Maart 1763, genoot het onderwijs van den beroemden Wildenow, werd doctor in de wijsbegeerte, en zag zich weldra benoemd tot hoogleeraar in de kruidkunde te Berlijn, alwaar hij den 18den April 1832 overleed. Van zijne talrijke werken vermelden wij: „Termini botanici iconibus illustrati oder botaniche Kunstsprache durch Abbildungen erläutert (1807)”, — „De coloribus coporum naturalium praecipue animalium vegetabiliumque determinandis commentatio physiographica (1814)”, — „Dendrologische Flora der Umgegend und der Gärten Berlins (1822)”, — „Getreue Darstellung und Beschreibung der in der Arzneikunde gebräuchlichen Gewächse, wie auch solcher, welche mit ihnen verwechselt werden können (1105—1846, 14dln met 846 koperen platen)”, waarvan echter de laatste 3 deelen door anderen bewerkt zijn, — „Darstellung und Beschreibung der Arzneigewächse, welche in die neue Preuszische Pharmacopoe aufgenommen sind. Nach natürlichen Familien geordnet und Erläutert von J.. F. Brandt und J. Th.
Ch. Ratzeburg (1829—1841, 4 dln)”, — Ueber die Bildung des Zellengewebes in den volkommnern gewachsen (1829)”, — en talrijke opstellen in tijdschriften, — met Fr. Dreves: „Botanisches Bilderbuch für die Jugend und Freunde der Pflanzenkunde (1794—1801, 5 dln)”, — en met Fr. Guimpel en Fr: Otto: „Abbildung der fremden in Deutschland ausdauernden Holzarten für Forstmänner, Gartenbezitser und Freunde der Botanik (1819—1830, 24 stukken met platen)”. — Door drie kruidkundigen zijn even zoo vele plantengeslachten naar hem genoemd, welke echter later hun zelfstandig bestaan hebben verloren.
