Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Harring

betekenis & definitie

Harring (Harro Paul), een bekend Duitsch schrijver, geboren den 28sten Augustus 1798 te Ibensdorf bij Husum, zag zich, na het ontvangen van zeer gebrekkig onderwijs, bij de belastingen geplaatst, wijdde zich vervolgens te Kopenhagen aan de schilderkunst, en bezocht in 1819 de schilderacadémie te Dresden. Reeds vroeg verschenen van hem: „Blüten der Jugendjahre (1821)” en „Dichtungen (1821)”. Zijne wispelturigheid bragt hem in 1820 naar Weenen en leidde hem allengs tot een avontuurlijk leven, hetwelk hij beschrijft in „Rhonghar Jarr, Fahrten eines Friesen in Dänemark, Deutschland, Ungarn u. s. w. (1828, 4 dln)”. Nadat hij weder eenigen tijd te Kopenhagen de schilderkunst beoefend had, ging hij met andere Philhellenen over Marseille naar Griekenland, doch keerde weldra terug en begaf zich naar Rome.

In 1828 diende hij eenige maanden te Warschau bij de gardelanciers, en na zijne terugkomst in Duitschland gaf hij „Der Pole (1831, 3 dln)” en de veelgelezene „Memoires über Polen unter russischen Herrschaft (1831, 2 dln)” in het licht. Daar hem het verblijf in Saksen en Beijeren ontzegd werd, vertrok hij naar Straatsburg, waar hij het tijdschrift „Das constitutionelle Deutschland” redigeerde. Daarna ging hij naar Zwitserland, nam er deel aan staatkundige woelingen, doch werd in 1836 te Bern in hechtenis genomen en met anderen naar Engeland gezonden. Hier werd hij in een tweegevecht zwaar gewond, en spoedde zich vervolgens naar Helgoland, om vandaar zijne vrijheidsliederen over Duitschland te verspreiden. De gouverneur liet hem echter in 1838 in hechtenis nemen en naar Engeland brengen. Nadat hij eenigen tijd op Jersey vertoefd had, keerde hij in 1839 naar Helgoland terug. Wederom werd hij gegrepen en aan boord van een Engelsch schip gebragt, doch hij sprong in zee en bereikte gelukkig een Fransch vaartuig. In het volgende jaar hield hij zijn verblijf in Engeland.

Noord-Amerika en Brazilië, en ging in 1849 naar Noorwegen, maar werd hier wegens staatkundige opruijing verbannen. Daarna woonde hij als lid van het Europeesch democratisch centraal-comité te Londen, doch bevond zich eenigen tijd te Harburg in de gevangenis, waarna hij naar Engelands hoofdstad terugkeerde. Later begaf hij zich naar het eiland Jersey, waar hij den 25sten Mei 1870 een einde maakte aan zijn leven. Van zijne vroegere romans noemen wij: „Der Carbonaro zu Spoleto (1831)”, — en „Julius von Dreyfalken (1831, 2 dln)”. Voorts schreef hij het heldendicht: „Szapary und Batthyanyi (1828)”. Zijn beste roman is echter: „Dolores. Ein Charaktergemalde aus Süd-Amerika (1858—1859, 4 dln)”, terwijl hij ook onderscheidene tooneelstukken heeft uitgegeven , zooals het treurspel „Die Dynastie (1861)” en het historisch drama „Moses zu Tanis (1869)”.

< >