Guhr (Karl Wilhelm Ferdinand), een Duitsch componist, geboren den 30sten October 1787 te Militsch in Silezië, oefende zich op verschillende instrumenten, schreef reeds vroeg concerten en sextetten, werd in 1807 kamermusicus van den Groothertog van Würzburg en belastte zich daarna met het bestuur der muziek aan den schouwburg te Nürnberg. Hier componeerde hij de opera’s „Feodora” en „Deodata”, welke grooten bijval vonden. In 1813 ging hij als kapelmeester van den vorst van Nassau-Usingen naar Wiesbaden en vervolgens als directeur van den KeurvorsteIijken schouwburg naar Cassel. Zijne echtgenoote, geboren Epp, schitterde er onder de beste zangeressen.
Hij schreef er onder anderen zijne beste opera, getiteld: „Die Vestalin” met een tekst van Spontini. In 1814 legde hij zijne betrekking als directeur van den schouwburg neder, om zich alleen bezig te houden met het bestuur van het orkest. In 1819 componeerde hij de opera „König Siegmar”, met een tekst van Rochlitz, en in 1821 begaf hij zich als directeur der opera naar Frankfort aan de Main. Hier schreef hij de opera „Aladdin oder die Wunderlampe”, voorts een leerboek „Ueber Paganini’s Kunst, die Violine zu spielen (1829)”, en overleed den 23sten Julij 1848.