Grudius (Nicolaas), een verdienstelijk Latijnsch dichter, geboren te Leuven, oefende zich in de regtsgeleerdhcid, werd kassier van de Staten van Brabant, geheimschrijver van de orde van het Gulden Vlies, van Karel V en van Filips II, en wijdde zijn vrijen tijd aan de beoefening der dichtkunst en aan eene uitgebreide briefwisseling met geleerde mannen in Italië en Spanje. Hij overleed te Venetië in 1571, en wordt als Latijnsch dichter zeer geroemd, vooral door Peerlkamp, die hem met Catullus en Propertius vergelijkt. Hij schreef: „Pia poëmata lib.
II (1566)”, ten tweeden male gedrukt onder den titel: „Negotia sive poëmata sacra etc.'’, — „Naenia in obitum principis Margarethae Austriacae (1532)”, — „Epigrammata etc. (1540)'’, — en „Apotheosis in obitum Maximiliani ab Egmonda, Comitis Burani (1549)”. Er zijn ook handschriften van hem in de Académische bibliotheek te Leiden.