Gröttling was een verdienstelijk Duitsch letter- en oudheidkundige, geboren te Jena den 19den Januarij 1793, overleed aldaar den 20sten Januarij 1869. Hij was hier sedert 1821 docent, sedert 1826 bibliothecaris der universiteit, en sedert 1834 gewoon hoogleeraar. Hjj volbragt onderscheidene wetenschappelijke reizen in Griekenland, Frankrijk, Engeland enz.
Behalve eene uitgave van Hesíodus is de „Geschichte der römischen Staatsverfassung (1840)” zjjn hoofdwerk. Ook schreef hjj eenige belangrjjke verhandelingen over het „Nibelungenlied”, terwjjl vele andere onder den titel van „Gesammelte Abhandlungen aus dem classischen Alterthum (1851— 1864, 2 dln)” door hem uitgegeven zijn. Na zijn dood verschenen, door de zorg van Kuno Fischer, zijne „Opuscula academica (1869)”.