Gallus (Cornelius), een Romeinsch veldheer en dichter, een vriend van Ovidius en Virgilius, werd door Augustus uit nederigen stand tot hooge waardigheden verheven. Hij voerde bevel over eene legerafdeellng in den slag bij Actium, streed daarna in Egypte voorspoedig tegen Antonius en verkreeg het stadhouderschap in het veroverde land.
Door de gunst der fortuin hoogmoedig gemaakt, deed hij standbeelden oprigten ter zijner eer en zijne daden vereeuwigen op de Pyramiden. Weldra wekte hij het wantrouwen der regéring; eerst door een zijner vrienden bij Augustus, later door vele anderen bij den Senaat beschuldigd, zag hij zich van zijne waardigheden ontzet, van zijn rijkdom beroofd en in ballingschap verwezen. Hij onttrok zich door zelfmoord aan dien smaad (28 vóór Chr.). Zijne gedichten zijn verloren gegaan. De elegieën , het eerst door Pomponius Gauricus op zijn naam uitgegeven, zijn van lateren tijd, en zoowel de epigrammen, in de „Anthologia Latina” aan hem toegekend, als het gedicht „Ciris”, dat gewoonlijk bij de gedichten van Virgilius gevoegd wordt, zijn van andere dichters afkomstig.