Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Fein

betekenis & definitie

Fein. Onder dezen naam vermelden wij:

Georg Fein, een ijverig strijder voor de Democratische beginselen. Hij werd geboren te Helmstadt den 8sten Junij 1803, studeerde in de regten te Göttingen, Berlijn en Heidelberg, doch bepaalde zich vooral bij staatsregtelijke en staathuishoudkundige zaken. Gedurende een lang vertoef te München en na 1827 op zijne reizen door Duitschland en de Nederlanden, waarna hij bij herhaling zijn verblijf koos te Berlijn en te Brunswijk, ontwikkelde zich zijne vrijzinnige staatkundige rigting. Hij nam deel aan de redactie van de „Deutsche Tribune”, welke hij na het in hechtenis nemen van Wirth alleen voortzette, totdat hij in 1832 uit Beijeren verbannen werd. Datzelfde lot onderging hij in het groothertogdom Hessen en daarna ook in Hanau. Zelfs in Brunswijk ontkwam hij door een verhaast vertrek ter naauwernood aan de gevangenis. Nu ging hij naar Zwitserland, waar hij te Zürich gedurende een half jaar de „Züricher Zeitung” redigeerde. Wegens zijn ijveren voor de door hem gestichte Duitsche werkliedenvereeniging haalde hij zich eene gevangenschap op den hals en hij werd overgebragt van het eene canton naar het andere, totdat hij als balling uit Zwitserland vertrekken moest.

Nu woonde hij gedurende den winter van 1836 op 1837 onder een vreemden naam te Parijs, totdat hij aldaar werd opgespoord en zich genoodzaakt zag, de wijk te nemen naar Engeland. Na verloop van een half jaar vertrok hij uit Londen naar Christiania in Noorwegen, vanwaar hij tot aan 1844 onderscheidene reizen ondernam en zelfs Frankrijk en Zwitserland wederom bezocht. Hij nam deel aan den togt der gewapende benden (Freischaaren) naar Luzern in December 1844 en Maart 1845, werd gevangen genomen en naar Piémont en vervolgens naar Weenen gebragt, en eindelijk, op zijne belofte, dat hij in de eerste 3 jaren niet zou terugkeeren, ingescheept naar New-York. Te Philadelphia en Cincinnati hield hij voorlezingen over de ontwikkeling van het burgerlijk leven in Duitschland en over de kerkgeschiedenis. Na de omwenteling van 1848 keerde hij terug, en werd te Bremen door de Democratische vereeniging afgevaardigd naar het Democratisch Congrès te Berlijn. Hierna vestigde hij zich in Baselland, waar hij zich in 1852 te Liestal aan het hoofd plaatste van een opvoedingsgesticht.

Eduard Fein, een broeder van den voorgaande en een verdienstelijk beoefenaar van het Romeinsche regt. Hij werd geboren te Brunswijk den 22sten September 1813, studeerde te Heidelberg in de regten, en werd in 1834 advocaat in zijne geboorteplaats, doch begaf zich in 1839 naar Berlijn en vervolgens naar Heidelberg waar hij zich voor een académischen leerstoel voorbereidde. In laatstgenoemde stad vestigde hij zich als privaat-docent en werd in 1843 hoogleeraar in het Romeinsche regt te Zürich. Hier schreef hij : „Chrestomathie der Beweisstellen zu Puchta’s Pandecten (1845)'’, en zag zich in dezelfde betrekking overgeplaatst naar Jena, en vervolgens naar Tübingen. Hij overleed bij Eisleben den 28sten October 1841. Zijn hoofdwerk is : „Das Recht der Codicille (1841—1853)”.

< >