Familieverdrag. Onder dezen naam verstaat men eene overeenkomst, door de leden eener familie aangegaan, waarbij zij een hoofd der familie aanstellen, bepalingen maken omtrent het beheer, de behandeling en de onvervreemdbaarheid van zekere tot die familie behoorende goederen, familiegoederen genaamd,— omtrent de erfenissen, welke in die familie openvallen, de erfopvolging daarin, en omtrent de huwelijken , die in de familie zullen gesloten worden, en verder over alle voorvallen, die op het uiterlijk aanzien, den staat der familie van invloed kunnen zijn. Het doel dier verdragen was, om den invloed en de magt van het geslacht zooveel mogelijk ook op den duur te verzekeren, en achteruitgang in aanzien en staat door versnippering van de goederen en vermaagschapping met minder aanzienlijke geslachten te voorkomen. Dergelijke contracten zijn onder onze wetgeving niet meer mogelijk.
Het eigendomsregt sluit wel de bevoegdheid in zich, om bepalingen te maken over het beheer en de vervreemding van eigen goederen, maar een beding, waarbij eenig goed onvervreemdbaar wordt verklaard, is, zelfs in een testament, nietig. Overeenkomsten over eene erfenis, die nog niet is opengevallen, zijn nietig: de regeling van de erfenis van een ander is door de vrijheid van testament maken onmogelijk; fideicommissen zijn over ‘t geheel verboden: bedingen, die inbreuk maken op de uitoefening der ouderlijke magt en de vrijheid van den wil der aanstaande echtgenooten, zijn eveneens onbestaanbaar.
