Episode (Eene) is volgens Aristóteles in het Grieksche treurspel, waar het koor de hoofdzaak was, het gedeelte, dat tusschen de koren was ingelascht, — voorts gaf men in het heldendicht en in het drama dien naam aan een ingevoegd gedeelte, dat een klein geheel vormde en met zoo lossen draad met het groote geheel zamenhing, dat het desnoods gemist kon worden. Ook in onzen tijd wordt dat woord in laatstgenoemde beteekenis gebruikt. Intusschen zijn bij goede dichters de episoden in den regel in zoover onmisbaar voor het groote geheel, als daarin ophelderingen omtrent dit laatste medegedeeld of verborgene motieven ontwikkeld worden.
Van de meest-beroemde episoden noemen wp die van „Thersites” in de Ilias van Homerus en het verhaal der verovering van Troje in de „Aenéïs” van Vergilius. Ook in de werken van latere dichters, zooals Dante, Tasso, Wiéland enz., vindt men episoden, die tot de fraaiste gedeelten behooren. — Voorts bij proza-schrijvers — vooral bij het behandelen der geschiedenis — vindt men episoden, en in het dagelijksch leven bestempelt men elke afwijking van het hoofd-onderwerp met dien naam.