Epinal, in het Latijn Spinale, de hoofdstad van het Fransche departement Vogezen in Lotharingen, ligt aan den spoorweg, in eene heuvelachtige streek en meer bepaald in een naauw en schilderachtig dal aan beide zijden van den Moezel. Men vindt er eene ijzeren hangbrug en eenige steenen bruggen, goede kaden, fraaije wandelingen, en onderscheidene fonteinen. Op eene rots verheffen er zich de bouwvallen van een oud kasteel, en aan zijn voet ligt de kerk van St. Maurice.
Men heeft er voorts onderscheidene regtbanken, genootschappen, scholen en openbare verzamelingen van schilderijen, oudheden, enz., benevens eene boekerij. Er zijn ongeveer 12000 inwoners, die zich met het bewerken van marmer, met het vervaardigen van scheikundige praeparaten, kant, papier enz. bezig houden en een levendigen handel drijven in graan, wijn, linnen, paarden, rundvee, planken en papier. — De stad is haren oorsprong verschuldigd aan eene abdij, die er in 980 door Theodorich, den eersten bisschop van Metz, gesticht werd. In 1444 verviel zij aan de Fransche kroon, en later werd zij tot hertogdom verheven. Hare voormalige vestingwerken zijn reeds lang verdwenen, en den 11den October 1870 werd zij door de Duitsche troepen van generaal Werder bezet.