Empetrum L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Ericaceën. Het onderscheidt zich door 2- en 1-slachtige, roode bloemen met een 3-bladigen kelk, 3 bloembladen, 3 meeldraden en eene bolvormige, 3-tot 9-hokkige, 3tot 9-zadige besvormige steenvrucht. Het omvat lage heesters met verspreide of kransvormig geplaatste, smalle blaadjes en zwarte, roode en witte vruchten.
Men vindt dit gewas in het noorden van Europa en Amerika. Van de soorten noemen wij: E. nigrum L. (bes- of kraaiheide), een kleinen, kruipenden heester, die op heide gelijkt, met smalle, donkergrijze bladeren met omgeslagen rand, roode bloemen en zwarte vruchten. Deze soort is in het noorden van ons werelddeel en ook in Midden-Europa op de bergen, bij voorbeeld op den Brocken, te vinden, komt o. a. ook in ons Vaderland voor, en dient op sommige plaatsen tot bevordering der veenvorming. Hare vruchten gelijken op vlierbessen, hebben een eenigzins zuren smaak en worden door de inwoners van noordoostelijk Azië gegeten, terwijl men er in Groenland een drank van bereidt. Die vruchten worden als een geneesmiddel tegen scorbuut aanbevolen, en voorheen vond men Herba et Semen Empetri als een diureticum in de apotheek. Worden de vruchten met aluin gekookt, dan geven zij eene kersroode kleurstof.